21 september Bazaar van Kerman en slapen in de woestijn
Geslapen in het twee kamer guest house van meneer Jalal, die dus ook goed Duits spreekt
Otto heeft bij hem allerlei infomatie ingewonnen over de zogenaamde "Kaluts" de uit zandsteen gevormde "zandkastelen" die slechts in een klein deel van de Shahdad woestijn voorkomen, de rest van deze woestijn is zo goed als helemaal vlak. Ook konden we daar slapen al was het niet helemaal duidelijk waaruit het "kamp" dat meneer Jalal bedoelde inhield. In ieder geval zou een nacht in de woestijn een fantastisch zichtbare sterrenhemel moeten opleveren. De vorige dag hadden we al kennis gemaakt met Fabienne en Celine, twee Zwitserse (frans) dames die ook in de woestij wilden slapen, zij regelden dat geheel verzorgd bij mr. Jalal;.
' smorgens daarna eerst maar eens naar het Toeristen Informatie bureau van Kerman, dat is toch heel iets anders dan wij gewend zijn. We werden uitgenodigd in een kantoorruimte en kregen eerst mondeling veel meer info dan waarom we vroegen. Pas later kwamen ze met wat folders, die voor ons nuttige informatie bevatten. Het touristen bureau was helemaal buiten de stad, zodat we daar maar eerst met een motor naar toe zijn gereden.
Vervolgens de "Bazar" van Kerman bezocht, een kilometers lange overdekte galerij, bedekt met lemen koepels, waar je van alles kunt kopen, maar voornamelijk spullen die je bij ons op rommelmarkten ook kunt vinden. Hoogtepunt van deze bazaar is duidelijk het restaurant/theehuis dat is gevestigd in een voormalig badhuis. Lekker eten en thee achteraf met muziek van een bandje.
Vervolgens zijn we op weg gegaan naar de Kaluts, toch nog 160 km verder. De weg er naar toe leidt over een fraaie bergpas van 2650 hoogte (Kerman ligt op 1750) met een zeer goede weg. Meneer Jalal vertelde dat deze weg zo goed is omdat ze er speciaal asfalt voor moeten gebruiken, omdat het zo heet kan worden. Uiteindelijk pas net na zonsondergang aangekomen bij de Kaluts op ongeveer 300 m hoogte, net te laat natuurlijk, want bij ondergaande zon ziet het er het mooiste uit. Wij op zoek naar het "kamp" maar konden niets vinden, en het werd intussen al donker. Dan maar op de beschreven plek een karrespoor de woestijn in gevolgd, dat bleek het verkeerde spoor te zijn, om de beurt bleven we steken in het diepe zand. Later aanwijzingen gekregen van vriendelijke Iraniërs die ons brachten naar het goed georganiseerde "Desert Camp" , een plek waar we eigenlijk niet heen wilden, omdat er altijd licht is. Daar aangekomen en ingetrokken in een rieten koepeltje, bleek dat onze Zwitserse dames er ook waren. Samen met hun gids dan nog een wandeling gemaakt om uit het licht van de felle lantaarns te komen om de sterren te bekijken. Uiteindelijk hebben we wat zand naar ons lichaam gevormd en een handdoek of een slaapzak er op en dan gaan slapen. Het bleek 's nachts toch nog redelijk fris te kunnen worden op de "heetste plek op deze planeet" (helaas hebben we geen foto van dat bordje). Paul had een slaapzak en Otto lag uiteindelijk met zijn complete regenpak aan te slapen.
22 september van de Kaluts naar Shad-e-Babak
Zodra het weer licht werd, om 5 uur plaatslijke tijd, eruit en nog wat bananen en meloen verorberd, om vervolgens weer terug te gaan naar de Kaluts (25 km) om toch nog met een goede belichting te kijken en foto's te maken. Hier kregen we ook een telefoontje van Marc uit Bam, die ook logeerde bij Akbar Guesthouse. Zijn oliepomp was goed gebleven, maar toch was zijn Big-End lager weer kapot. Oorzaak nog niet bekend. Met behulp van meneer Akbar gaat hij dan toch weer een garage opzoeken om het lager nog een keer te vervangen. Onderdelen zijn nog genoeg op voorrad, het zal echter zeker weer 2 dagen gaan duren. Extra probleempje is dat de vrijdag rustdag is voor Moslims.
Na een uitgebreide foto reportage zijn we vertrokken richting Shahr-e-Babak, waarvoor we eerst weer terug moesten naar Kerman over de 2650 m pas. Vervolgens zeker 150 km saaie autobaan, maar dat schiet wel mooi op. Uiteindelijk moesten we weer een bergketen over, die ook een prima weg had en prachtige uitzichten. Een klein dompertje was dat we door een (lege) vrachtwagen werden ingehaald op een stijgend stuk van tussen de 5 en 8 %. Om ongeveer half zes aangekomen en bij de eerste vraag bleken we vlak naast een goed hotel te staan, met een baas die geen Engels spreekt, maar wel zijn uiterste best doet om het ons naar de zin te maken.
Vlakbij moet ook een internetcafé zijn, het zal ons benieuwen of we daar ook foto's kunnen opladen.
23 september aankomst in Persepolis
Het internetcafé in Shahr-e-Babak hebben we niet meer kunnen bereiken. We zitten nu in een zeer luxe hotel direct grenzend aan het antieke Persepolis, de hoofdstad van Persië tijdens de heerschappij van Darius. Dit hotel heeft WiFi. We hebben een goede rit gehad langs veel snelweg, maar ook leuke uitzichten. We zitten nog steeds in het woestijngebied en het is hier ook kurkdroog.
Het netwerk springt voortdurend aan en uit, dus nu even kort en snel opladen.
Vanuit Iran kunnen Paul, Mark en Otto niet meer op dit blog. Als iemand een reactie wil plaatsen of een boodschap heeft voor een van de heren dan graag op http://ottoenliesbeth.waarbenjij.nu/
BeantwoordenVerwijderenDeze kunnen ze vanuit Iran vaak wel bekijken.
Groetjes,
Liesbeth