15 september
Paul en Otto vertrekken weer nadat Paul is opgeknapt van een buikgriep, wat heeft 2 dagen vertraging opgeleverd, maar daardoor kon Otto Marc beter wegwijs maken in Quetta terwijl Paul de hele dag in bed lag. De dag erna kon Paul ook weer op bescheiden schaal mee de stad in.
Omdat voor Pakistani tijd een begrip van ondergeschikt belang lijkt te zijn, kwam het ontbijt voor ons vertrek pas na flink aandringen een uur later dan afgesproken. Niet echt op tijd vertrokken dus. Onder de gebruikelijke politie-escorte Quetta verlaten, die aanvankelijk weer veel te langzaam voor ons doen reden. Wanneer we de (meestal) Toyota Pick-up dan inhaalden of dreigden in te halen ging het vaak weer wat vlotter totdat een nieuwe ploeg kwam natuurlijk, dan moet het ritueel weer van voren af aan beginnen. Soms kwam er helemaal geen aflossing en dan was het "dus" ineens veilig genoeg om ons alleen te laten rijden, wat dan een grote opluchting was. In het begin was er nog wat begroeiing langs de weg, maar naarmate we verder van Quetta af kwamen hoe minder groen en hoe meer zand. Halverwege Dalbandin was er eigenlijk alleen nog maar woestijn om ons heen. Er was redelijk wat wind die vooral van voren en opzij kwam, maar deze was nog niet echt hinderlijk.
Vlak voor Dalbandin kregen we weer escorte en die bracht ons naar later bleek het enige hotel daar (Al-Dawood). De prijs van 700 rupie (€ 6,-) per nacht voor een tweepersoons kamer leek redelijk, hoewel 500 rupie op elke muur aangekondigd werd. Dit was de oude prijs zei de eigenaar en liet zien dat iedereen de laatste maand 700 rp had betaald.
Een breuk in Paul's bagagerek dat de vrij slechte constructie en de vele gaten in de weg niet had stand gehouden werd echter gratis gelast. Ook het geld in de handen drukken van de vriendelijke lasser resulteerde in een afwijzend gebaar, zo kan het dus ook.
Otto had intussen ook last gekregen van buikgriep en moest het avondeten overslaan. Paul had voor zich alleen veel te veel besteld en werd met 800 rp waarschijnlijk flink afgezet voor het eten. We hadden het document van "it's on the meter" ook eerst moeten lezen, waarin vermeld werd dat je hier eerst over de prijs van het eten moest onderhandelen. Benzine wordt hier uit jerrycans verkocht voor een prijs van ongeveer 20% meer dan normaal, PIN automaten bestaan niet en geld kun je niet wisselen bij de banken. Wij hebben wat bij de plaatselijke apotheek kunnen wisselen tegen een behoorlijk slechte koers. Kortom Dalbandin is een kleine plaats midden in een woestijn, waarvan we ons afvroegen wie daar in godsnaam gaat wonen.
16 september van Dalbandin naar Taftan.
Otto herstelt snel na wat medicijnen van de buikgriep. Paul haalt een voorraad bananen samen met een agent, zodat we niet van de service van het hotel afhankelijk zijn voor het ontbijt. We vertrekken niet al te vroeg en hebben nu escorte van een "Levies" groep, weer een ander soort politie waarschijnlijk. Deze soort weet goed tempo te houden, soms reden ze zelfs zo snel dat we moeite hadden om ze bij te houden. Dit was de dag van de woestijnen en zandstormen. De wind van zeker 7 Bft stond ongeveer 45 graden tegen en van rechts. Het herinnerde mij aan een oud- en nieuw tocht naar Texel maar dan met zand en hitte in plaats van regen en kou destijds. Kortom het was een barre tocht waarbij we één keer een omweg door een stukje woestijn moesten maken omdat de zandduin op de weg te groot was. Toch konden we een gemiddelde van ongeveer 60 km/h realiseren.
Een quote uit de "Loney Planet" over Iran zegt het volgende:
'Drivers between Turkey and India often describe the trip between Zahedan and Quetta, across the vast Baluchestan desert, as the worst leg of their journey. The road from Quetta to the Iranian border is barren and lonely, with few facilities and a risk of bandits; consider driving in convoy once on the Pakistan side' (2008).
Misschien is het voor Marc een goed idee, om met motor en al per trein dit stuk af te leggen, ook al verkeert de motor in goede staat. Er ligt een naar Pakistaanse begrippen een goed spoorwegtraject langs de weg, al hebben we de hele dag geen trein gezien. Dit is ook voor onze begrippen geen traject waar je graag met pech langs de weg blijft staan, ook al omdat er heel weinig verkeer over heen rijdt.
We kwamen om ongeveer ongeveer om 5 uur bij de grens, wat een uur te laat was, want deze sluit om 4 uur. We werden verwezen naar het "Custom House" want daar zou je kunnen overnachten.
Daar aangekomen werden we naar een bank verwezen om te gaan zitten en vervolgens een uur lang volkomen genegeerd ook al probeerde je een amtenaar zo ver te krijgen om te vertellen of er misschien iemand iets voor je aan het doen was. We wilden de Carnets des PassageS voor uitvoer uit Pakistan vast in orde maken, en dat zou hier moeten kunnen.
Na een uur kwam een heel erg vriendelijke oudere man (die met een beetje fantasie wel op Henk Schreij leek) vragen hoe het met ons ging en we vertelden dat we al ongeveer 2 uur aan het wachten waren op wat dan ook. Het bleek de baas van het spul te zijn en hij reageerde best verontwaardigd. Het duurde echter nog ruim een kwartier voordat de juiste ambtenaar ons te woord kon staan en weer een kwartier later waren de documenten voor de motoren in orde.
De vriendelijke man zei ook dat het te onveilig was om in Taftan "city" te overnachten en dat we wel in het Custom House konden blijven slapen, op een bank in de hal weliswaar omdat de enige kamer met bedden al bezet was. Hij kon ons nog weel een maaltijd aanbieden.
Terwijl Otto al ligt te slapen is Paul bezig dit bericht (off line) te typen in deze hal aan één van de amtenaren tafeltjes. Later moet dit maar worden ge-upload, want internet is hier natuurlijk niet. Misschien kan het nog wel enkele dagen duren voordat we dit en de foto's kunnen publiceren.
tips voor Marc:
regel het CdP bij het Custom House aan de Pakistaanse kant, dit kan ook na 16:00 uur
Haal benzine in Taftan bij jongens met jerrycans, maar spreek van te voren goed een prijs af (100 rp/l is hier redelijk)
Wissel de Euro's en roepies bij de grens en niet bij Custom House, 17000 rial/euro is maximaal 1650 is ook aanvaardbaar
In Zahedan zij de benzinepompen moeilijk te vinden. (7000 rial/liter). Geld wisselen is hier erg lastig.
Je kunt slapen en eten in het Custum House in Taftan, misschien kan dat ook aan de Iranse kant.
Wanneer je 's morgens over de grens gaat, zorg dan dat je ruim voor 8 uur bent, want er staan lange rijen.
Benzinebonnen zijn de korting van max 300 rial/liter niet de moeite waard. 17 september van de Taftan - Iranse grens - naar Bam.
We waren om ongeveer 8:30 bij de grens, en ontwaarden daar lange rijen met Pakistaanse voetgangers die de grens over wilden, er waren echter slechts weinig voertuigen. Gelukkig mochten we de lange rij voorbij voor de paspoortcontrole, maar eenmaal binnen in het kantoor duurde het toch nog minstens 1 uur voordat we weer verder konden. Vervolgens werden we naar de Iranse kant gedirigeerd, waar de procedure ook weer minstens een uur in beslag nam inclusief de Carnet de Passages behandeling. Hier wistens ze gelukkig exact wat ze hier mee moesten. Toen alles eindelijk klaar was hebben ze waarschijnlijk vergeten om onze bagage door de X-ray te halen, want alle anderen moesten dat wel, gelukkig maar. We kregen een begeleider naar Zahedan, maar deze moest wel achterop bij Otto. Ze konden ons overtuigen dat de wegen erg goed waren en dat bleek ook waar te zijn, dus een extra gewicht kon wel. Bovendien was het dit keer een licht knaapje die niet of in ieder geval niet zichtbaar bewapend was.
We kwamen aan in Zahedan bij een politiepost midden in de stad (een stad die echt westers aandeed) en moesten weer gegevens laten invullen en wachten tot er weer een escorte aankwam, natuurllijk duurde dat weer veel langer dan ons lief was. Toen de escorte er eenmaal was moest Paul voor de start zijn zonnebril nog even goed opzetten en dan
konden we weg. Toen we weer keken, was de escorte echter niet meer te vinden, dus zijn we maar alleen verder gegaan om eerst benzine te tanken en dan geld te wisselen. De goede instanties waren echter moeilijk te vinden, dus hiermee waren we ook minsten weer een uur verder.
Uiteindelijk om een uur of 2 vertrokken uit Zahedan richting Bam, 300 km verder, dat we wel zouden moeten halen, omdat er tussenin eigenlijk niets is.
De wegen zijn hier echter erg goed, en met de escortes zo nu en dan viel het ook ontzettend mee. De 50 km dat ze voor ons reden, konden we nog steeds ruim 90 km/h halen.
Bam bereikt net voor donker en met behulp van Otto's Garmin konden we vrij vlot Akbar Guesthouse bereiken. Binnen no time kwamen we er achter dat de baas hiervan wel tot de top-10 van meest sympathiek mensen gerekend kan worden die we op deze reis ontmoet hebben. Bovendien sprak hij zo goed Engels dat we dachten dat hij niet origineel Irans was, dat was echter een foute gedachte. De rest van de Iranezen spreekt nauwelijks Engels, alleen de hoog opgeleiden. We kregen thee en knapten weer behoorlijk op van de toch wel erg vermoeiende reis. Vervolgens kwam er rijst met een soort Goulash van een afhaalgelegenheid op tafel, erg smakelijk.
De huizen hier hebben allemaal een staalskelet met diagonalen om ze beter aardbevingproof te maken. De aardbeving is hier nog steeds een moeilijk onderwerp, de baas van Akbar Guesthouse wilder er niet veel over kwijt, hij had vele vrienden en bekenden verloren.
Paul en Otto vertrekken weer nadat Paul is opgeknapt van een buikgriep, wat heeft 2 dagen vertraging opgeleverd, maar daardoor kon Otto Marc beter wegwijs maken in Quetta terwijl Paul de hele dag in bed lag. De dag erna kon Paul ook weer op bescheiden schaal mee de stad in.
Omdat voor Pakistani tijd een begrip van ondergeschikt belang lijkt te zijn, kwam het ontbijt voor ons vertrek pas na flink aandringen een uur later dan afgesproken. Niet echt op tijd vertrokken dus. Onder de gebruikelijke politie-escorte Quetta verlaten, die aanvankelijk weer veel te langzaam voor ons doen reden. Wanneer we de (meestal) Toyota Pick-up dan inhaalden of dreigden in te halen ging het vaak weer wat vlotter totdat een nieuwe ploeg kwam natuurlijk, dan moet het ritueel weer van voren af aan beginnen. Soms kwam er helemaal geen aflossing en dan was het "dus" ineens veilig genoeg om ons alleen te laten rijden, wat dan een grote opluchting was. In het begin was er nog wat begroeiing langs de weg, maar naarmate we verder van Quetta af kwamen hoe minder groen en hoe meer zand. Halverwege Dalbandin was er eigenlijk alleen nog maar woestijn om ons heen. Er was redelijk wat wind die vooral van voren en opzij kwam, maar deze was nog niet echt hinderlijk.
Vlak voor Dalbandin kregen we weer escorte en die bracht ons naar later bleek het enige hotel daar (Al-Dawood). De prijs van 700 rupie (€ 6,-) per nacht voor een tweepersoons kamer leek redelijk, hoewel 500 rupie op elke muur aangekondigd werd. Dit was de oude prijs zei de eigenaar en liet zien dat iedereen de laatste maand 700 rp had betaald.
Een breuk in Paul's bagagerek dat de vrij slechte constructie en de vele gaten in de weg niet had stand gehouden werd echter gratis gelast. Ook het geld in de handen drukken van de vriendelijke lasser resulteerde in een afwijzend gebaar, zo kan het dus ook.
Otto had intussen ook last gekregen van buikgriep en moest het avondeten overslaan. Paul had voor zich alleen veel te veel besteld en werd met 800 rp waarschijnlijk flink afgezet voor het eten. We hadden het document van "it's on the meter" ook eerst moeten lezen, waarin vermeld werd dat je hier eerst over de prijs van het eten moest onderhandelen. Benzine wordt hier uit jerrycans verkocht voor een prijs van ongeveer 20% meer dan normaal, PIN automaten bestaan niet en geld kun je niet wisselen bij de banken. Wij hebben wat bij de plaatselijke apotheek kunnen wisselen tegen een behoorlijk slechte koers. Kortom Dalbandin is een kleine plaats midden in een woestijn, waarvan we ons afvroegen wie daar in godsnaam gaat wonen.
16 september van Dalbandin naar Taftan.
Otto herstelt snel na wat medicijnen van de buikgriep. Paul haalt een voorraad bananen samen met een agent, zodat we niet van de service van het hotel afhankelijk zijn voor het ontbijt. We vertrekken niet al te vroeg en hebben nu escorte van een "Levies" groep, weer een ander soort politie waarschijnlijk. Deze soort weet goed tempo te houden, soms reden ze zelfs zo snel dat we moeite hadden om ze bij te houden. Dit was de dag van de woestijnen en zandstormen. De wind van zeker 7 Bft stond ongeveer 45 graden tegen en van rechts. Het herinnerde mij aan een oud- en nieuw tocht naar Texel maar dan met zand en hitte in plaats van regen en kou destijds. Kortom het was een barre tocht waarbij we één keer een omweg door een stukje woestijn moesten maken omdat de zandduin op de weg te groot was. Toch konden we een gemiddelde van ongeveer 60 km/h realiseren.
Een quote uit de "Loney Planet" over Iran zegt het volgende:
'Drivers between Turkey and India often describe the trip between Zahedan and Quetta, across the vast Baluchestan desert, as the worst leg of their journey. The road from Quetta to the Iranian border is barren and lonely, with few facilities and a risk of bandits; consider driving in convoy once on the Pakistan side' (2008).
Misschien is het voor Marc een goed idee, om met motor en al per trein dit stuk af te leggen, ook al verkeert de motor in goede staat. Er ligt een naar Pakistaanse begrippen een goed spoorwegtraject langs de weg, al hebben we de hele dag geen trein gezien. Dit is ook voor onze begrippen geen traject waar je graag met pech langs de weg blijft staan, ook al omdat er heel weinig verkeer over heen rijdt.
We kwamen om ongeveer ongeveer om 5 uur bij de grens, wat een uur te laat was, want deze sluit om 4 uur. We werden verwezen naar het "Custom House" want daar zou je kunnen overnachten.
Daar aangekomen werden we naar een bank verwezen om te gaan zitten en vervolgens een uur lang volkomen genegeerd ook al probeerde je een amtenaar zo ver te krijgen om te vertellen of er misschien iemand iets voor je aan het doen was. We wilden de Carnets des PassageS voor uitvoer uit Pakistan vast in orde maken, en dat zou hier moeten kunnen.
Na een uur kwam een heel erg vriendelijke oudere man (die met een beetje fantasie wel op Henk Schreij leek) vragen hoe het met ons ging en we vertelden dat we al ongeveer 2 uur aan het wachten waren op wat dan ook. Het bleek de baas van het spul te zijn en hij reageerde best verontwaardigd. Het duurde echter nog ruim een kwartier voordat de juiste ambtenaar ons te woord kon staan en weer een kwartier later waren de documenten voor de motoren in orde.
De vriendelijke man zei ook dat het te onveilig was om in Taftan "city" te overnachten en dat we wel in het Custom House konden blijven slapen, op een bank in de hal weliswaar omdat de enige kamer met bedden al bezet was. Hij kon ons nog weel een maaltijd aanbieden.
Terwijl Otto al ligt te slapen is Paul bezig dit bericht (off line) te typen in deze hal aan één van de amtenaren tafeltjes. Later moet dit maar worden ge-upload, want internet is hier natuurlijk niet. Misschien kan het nog wel enkele dagen duren voordat we dit en de foto's kunnen publiceren.
tips voor Marc:
Haal benzine in Taftan bij jongens met jerrycans, maar spreek van te voren goed een prijs af (100 rp/l is hier redelijk)
Wissel de Euro's en roepies bij de grens en niet bij Custom House, 17000 rial/euro is maximaal 1650 is ook aanvaardbaar
In Zahedan zij de benzinepompen moeilijk te vinden. (7000 rial/liter). Geld wisselen is hier erg lastig.
Je kunt slapen en eten in het Custum House in Taftan, misschien kan dat ook aan de Iranse kant.
Wanneer je 's morgens over de grens gaat, zorg dan dat je ruim voor 8 uur bent, want er staan lange rijen.
Benzinebonnen zijn de korting van max 300 rial/liter niet de moeite waard.
We waren om ongeveer 8:30 bij de grens, en ontwaarden daar lange rijen met Pakistaanse voetgangers die de grens over wilden, er waren echter slechts weinig voertuigen. Gelukkig mochten we de lange rij voorbij voor de paspoortcontrole, maar eenmaal binnen in het kantoor duurde het toch nog minstens 1 uur voordat we weer verder konden. Vervolgens werden we naar de Iranse kant gedirigeerd, waar de procedure ook weer minstens een uur in beslag nam inclusief de Carnet de Passages behandeling. Hier wistens ze gelukkig exact wat ze hier mee moesten. Toen alles eindelijk klaar was hebben ze waarschijnlijk vergeten om onze bagage door de X-ray te halen, want alle anderen moesten dat wel, gelukkig maar. We kregen een begeleider naar Zahedan, maar deze moest wel achterop bij Otto. Ze konden ons overtuigen dat de wegen erg goed waren en dat bleek ook waar te zijn, dus een extra gewicht kon wel. Bovendien was het dit keer een licht knaapje die niet of in ieder geval niet zichtbaar bewapend was.
We kwamen aan in Zahedan bij een politiepost midden in de stad (een stad die echt westers aandeed) en moesten weer gegevens laten invullen en wachten tot er weer een escorte aankwam, natuurllijk duurde dat weer veel langer dan ons lief was. Toen de escorte er eenmaal was moest Paul voor de start zijn zonnebril nog even goed opzetten en dan
konden we weg. Toen we weer keken, was de escorte echter niet meer te vinden, dus zijn we maar alleen verder gegaan om eerst benzine te tanken en dan geld te wisselen. De goede instanties waren echter moeilijk te vinden, dus hiermee waren we ook minsten weer een uur verder.
Uiteindelijk om een uur of 2 vertrokken uit Zahedan richting Bam, 300 km verder, dat we wel zouden moeten halen, omdat er tussenin eigenlijk niets is.
De wegen zijn hier echter erg goed, en met de escortes zo nu en dan viel het ook ontzettend mee. De 50 km dat ze voor ons reden, konden we nog steeds ruim 90 km/h halen.
Bam bereikt net voor donker en met behulp van Otto's Garmin konden we vrij vlot Akbar Guesthouse bereiken. Binnen no time kwamen we er achter dat de baas hiervan wel tot de top-10 van meest sympathiek mensen gerekend kan worden die we op deze reis ontmoet hebben. Bovendien sprak hij zo goed Engels dat we dachten dat hij niet origineel Irans was, dat was echter een foute gedachte. De rest van de Iranezen spreekt nauwelijks Engels, alleen de hoog opgeleiden. We kregen thee en knapten weer behoorlijk op van de toch wel erg vermoeiende reis. Vervolgens kwam er rijst met een soort Goulash van een afhaalgelegenheid op tafel, erg smakelijk.
De huizen hier hebben allemaal een staalskelet met diagonalen om ze beter aardbevingproof te maken. De aardbeving is hier nog steeds een moeilijk onderwerp, de baas van Akbar Guesthouse wilder er niet veel over kwijt, hij had vele vrienden en bekenden verloren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten