vrijdag 30 september 2011

Urimiye en Van (Turkije)


29 september van Urmiye naar Van (Turkije)

De data van de vorige berichten lopen een dag voor merk ik nu. Deze is dus van donderdag 29 september.
Marc en Paul rijden naar de de Iraans - Turkse grens bij Esendere. Precies bij de douane aan de Iraanse kant merkt Marc dat zijn achterband lek is. Marc begint met de binnenband te wisselen met behulp van enkele omstanders en Paul regelt vast de Carnets voor de motoren. Dat ging hier wonderbaarlijk snel, dus Paul kon Marc nog ruimschoots helpen met het monteren van de buitenband. Vervolgens moesten we nog een stuk of 4 loketjes langs (waar overigens een kachel brandde) voordat we door het hek konden. Dit deel heeft ongeveer 3 kwartier geduurd, en we dachten dat de Turken misschien wel vlotter zouden zijn, zodat dit een relatief snelle grensovergang kon worden. Het tegendeel bleek het geval. We hebben zeker 20 kastjes en muren gezien, de computer van de douane had kuren en de amtenaar die hem moest bedienen raakte duidelijk over zijn toeren mede dankzij het feit dat er ook zo'n  25 vrachtwagenchauffeurs voor het loket stonden te dringen. Aan de lange rij vrachtwagens te zien zou het best kunnen zijn dat ze er al een paar dagen stonden. Al met al hadden we meer dan 2 uur nodig voordat we verder konden rijden.
Meteen na de grens leek het wel weer India kwa wegkwaliteit. Van asfalt was geen sprake en de gaten waren weer diep en volop aanwezig. Als dit zo door zou gaan dan zouden we Van nooit voor donker kunnen halen. Gelukkig bleek het voornamelijk om wegonderhoud te gaan en verderop werd het aanzienlijk beter. De bergen waren direct na de grens ook meteen aanzienlijk groener door de begroeing. Vervolgens kwam er een weg door een rivierdal, waarin daadwerkelijk een flinke hoeveelheid water liep, die werkelijk schitterend was om over te rijden. We bleven stijgen tot ongeveer 2700 meter en het werd steeds natter en kouder. Zo koud hadden we het sinds de Himalaya niet meer gehad.
Uiteindelijk toch ruim voor zonsondergang in Van aangekomen.
Eerst een warme douche genomen om weer op temperatuur te komen en dan genieten van 2 halve liters bier (pp). Ook draadloos internet is aanwezig in hotel Azur. Daarna gedineerd in een aangrenzend restaurant.

30 september Van

Een werkelijk heerlijk ontbijt (lopend buffet) gehad in een open restaurant, waar gelukkig wel een dak op zat, want het regende en het was gewoon koud.
Later wat door de stad rond gelopen om nog wat benodigdheden te halen met een dikke trui aan. Gezocht naar onder andere  een regenbroek voor Paul, omdat de oude ergens in Iran van de motor gewaaid is, natuurlijk net toen hij achteraan reed. Deze hebben we overigens niet gevonden.
Daarna nog wat aan de motoren gesleuteld. Paul zijn inlaatklep bleek door meneer Mohan in India toch wel wat strak te staan terwijl  de kleppen van Marc juist wat veel speling hadden. Helaas sloeg het noodlot hier weer toe. Bij het aandraaien van de borgmoer voor de uitlaatklep brak de stelbout van Marc. Na flink wat omzwervingen door het industiegedeelte van de stad Van zijn we bij een werkplaats terecht gekomen die een nieuw stuk draaideind op de stelbout kon lassen. De rit van morgen moet bepalen of dit heel gaat blijven het komende deel van de tocht.
Hierna nog een oud kasteel (ruïne) bezocht die het vroegere Van verdedigd moet hebben en waar je ook een prachtig uitzicht had over het meer en de stad. Ook konden we hier met sneeuw bedekte bergtoppen zien. Van ligt overigens op ongeveer 1700 meter msl.
Het internet loopt zoals vermeld soepel en snel zodat we straks weer up to date zijn met de foto's.
We hebben ook een reactie gehad van Aashish die kennelijk toch heel erg genoten had van het ritje naar de Khardum La. Hij wilde graag de filmpjes hebben die we daar gemaakt hebben. Met deze internetsnelheid behoort dat waarschijnlijk wel tot de mogelijkheden.
Om een uur of 3 bericht van Otto gehad dat hij aan de grens stond, waarschijnlijk nog aan de Iraanse kant. Wanneer hij net zoveel tijd nodig heeft om er over te komen als wij, zal hij Van niet voor donker kunnen halen, we wachten af.
Straks gaan we weer aan het bier, wat overigens best prijzig is evenals de kamer en het eten. Ook de benzineprijs ligt hier weer op Nederlands niveau terwijl het in Iran ongeveer 45 cent/liter was.
We hopen dat Otto dit ook snel te zien krijgt, want een lekker biertje zal hem ook wel hier heen kunnen lokken.

donderdag 29 september 2011

Esfahan en verder


27 september Esfahan

Onder begeleiding van één van de mensen die we de vorige dag ontmoet hadden zijn we het centrum van Esfehan gaan bezoeken. Natuurlijk het Imanplein met het aanliggende paleis en de Iman Moskee. Verder hebben een aantal koppen thee gedronken in een zeer interessant theehuis waar het hele plafond is behangen met allerlei junk. Het staat beschreven in Lonely Planet, maar zonder de gids zouden we waarschijnlijk veel moeite hebben gehad om het te vinden. Ook een tijdje door de  bazaar gelopen, een aaneenschakeling van kleine winkeltjes in een overdekte galerij. Paul vond zag hier een kruk met een mooi tapijtje dat door de eigenaar zelf werd gebruikt. Later een soortgelijk artikel gevonden dat eigenlijk een zoutzak bleek te zijn. Op een gegeven moment kwamen we de Zwitserse dames Celine en Fabienne weer tegen die we ook al in Kerman hadden ontmoet. We hebben een afspraakje met ze gemaakt om gezamenlijk te dineren en een kopje thee bij ons in het apartemen. Het diner was gezellig de teaparty liep uit op een uitgebreide e-mail correspondentie van madame Celine, die zelf geen computer had.

28 september van Esfehan naar Abhar

Bij zonsopgang opgestaan en met alleen een kopje thee als ontbijt op weg. Nog wel even een paar foto's gemaakt van het plein in de ochtendzon.
Een niet echt boeiende rit maar wel ruim 500 km afgelegd. Abhar is geen wereldstad dus toen ons een hotel werd aangewezen zijn we direct ingetrokken. We werden verwelkomd door echte giecheltrien en twee andere dames die ook met een outfit als bij ons nonnen uitgedost waren. We konden er ook eten, dat bestond uit het standaard Iraanse menu: kippestukken aan een spies en een soor kebabworstje met rijst en brood plus een gebakken tomaat en wat stukjes paprika.
Otto had intussen een flinke ratel in zijn versnellingsbak en wilde dat toch wel graag de volgende dag oplossen. Bovendien wilde Otto erg graag naar de Kaspische Zee kust en wilden Marc en Paul liever naar het meer van Urmia. Besloten werd om weer een splitsing te maken en elkaar weer te ontmoeten in het Turkse Van, dat ook aan een meer ligt,

29 September Marc en Paul van Abhar naar Urmia (Oermia, Urmiye of Oroemije)

Vroeg vertrokken en Otto in Abhar achter gelaten.
Eerst ook veel snelweg gereden (max 90 km/h) maar dat schiet toch goed op. Mooie wolken boven de bergkammen, die lijken alsof de toppen besneeuwd zijn. Voor het eerst sinds de Himalaya was het gewoon weer echt koud. De eerste stop hebben we warme thee gedronken en cakejes gegegeten en zo veel mogelijk in de zon gezeten. Dat was een hele tijd geleden, anders was het altijd direct een schaduwplek opzoeken. Pas om een uur of 2 werd het weer een beetje warmer. Koukleum Otto zal hier ook wel mee te maken krijgen.
Later op wegen gereden die vergelijkbaar zijn met onze N wegen en ten slotte bij het meer van Urmia aangekomen. Het leek aanvankelijk erop dat dit droog zou staan, maar toe we dichterbij kwamen, bleek er toch water in te zitten. Nadere inspectie van het strand bracht aan het licht dat dit uit zout beston, en ook in het meer waren zouteilandjes te zien. Je mocht er niet in zwemmen, maar daar hadden we bij die temperaturen eigenlijk ook niet echt zin in.
Na wat omzwervingen in de stad Urmia werden we eerst naar een privé huis geleid, maar dat leek toch niet echt wat. We zouden dan in de woonkamer van een groot gezin op een paar slaapbanken terecht komen. Dan toch maar naar het beoogde hotel begeleid. Daar ontmoetten we een Nederlands stel dat onderweg was met een Toyata Landcruiser. Zij reisden al twee maanden in de andere richting. We konden dus mooi wederzijds wat ervaringen uitwisselen onder een gezamenlijk diner.
De volgende dag 100 km rijden tot de Turkse grens en dan verder naar Van.

Herenigd in Esfehan


26 september van Persepolis naar Esfahan

Redelijk vroeg opgestaan, maar het ontbijt liet nogal op zich wachten. Nog wat van het internet gebruik gemaakt, want hier kan het in ieder geval, waardoor het vertrek pas na 10 uur plaats vond. Hartelijk afscheid genomen van Arezoo en Yasser en bedankt voor hun goede diensten.
Het grootste deel ging over autosnelweg, hoewel we hier ook niet veel harder dan 90 kunnen en soms minder berg op en/of met flinke tegenwind, schoot het toch redelijk op. We konden zelfs een tukje doen tijdens een tussenstop achter een paar bomen op de heel brede middenberm. Soms is deze zo breed, dat je de rijstroken voor de andere richting nauwelijks kunt zien. Paul heeft bij een volgende stop zijn luchtfilter maar eens gewisseld, omdat het vermogen wat minder leek te worden, maar dat kan ook gewoon aan de wind gelegen hebben.
Toen de zon net achter de bergen verdween kwamen we in Esfahan aan. Deze stad bleek veel groter dan aanvankelijk gedacht en het verkeer was op dat moment heel, heel druk. Een goed half uur later kwamen we in het centrum aan, waar ons hotel zich zou moeten bevinden, tevens ontmoetingsplek met Marc. Het was intussen donker geworden. Vragen aan locals leverde aanvankelijk niet veel op, omdat de meeste geen Engels spreken en kaartlezen was ook niet hun sterke kant. Na veel pogingen Marc aan de telefoon gekregen, die het hotel al lang had gevonden, en hij zou wel langs de weg gaan staan. Helaas wilde op dat moment de motor van Otto niet meer starten. Dat leverde nog eens een half uur vertraging op, maar toen deed hij het ook weer. We stonden vlak bij het doel, dus na minder dan 1 minuut zagen we Marc al. Het is een apartement hotel met een grote woon/slaapkamer en nog een extra slaapkamer, erg luxe dus.
Daarna nog even het centrum in (5 min lopen) om een restaurant te bezoeken en vervolgens nog even over het grote Imanplein lopen. Hier kwamen we aan de praat met waterpijp rokende jongeren en hebben heel leuke gesprekken gevoerd. We zullen ze waarschijnlijk vandaag (maandag) weer ontmoeten, waarbij een van hen ook beloofd heeft om ons te helpen met het omzeilen van het irritante internetfilter in Iran. Uiteraard hebben wij ook even aan de waterpijp gelurkt en het bleek dat het eigenlijk meer een heel slap goedje was, deze keer althans.

maandag 26 september 2011

Marc, Otto en Paul gezamenlijk in Esfehan


We zijn nu in Esfahan herenigd met Marc, het ziet er naar uit dat het eindelijk goed gaat komen met zijn motor. We hebben hier met behulp van een paar zeer vriendelijke mensen een zogenaamde VPN verbinding kunnen maken zodat we niet meer door dat ergerlijke Iraanse filter worden gehinderd. Foto's opladen gaat nu ook een stuk gemakkelijker.
Eerst nog even wat berichtjes van iets eerder:

24 September, Perspolis en Shirad

Dan maar bij zonsopgang, een uur vroeger door de wintertijd, direct gaan kijken. Helaas gesloten tot 8 uur en dus alleen maar buiten het hek wat foto's kunnen maken.
Na het ontbijt dan echt naar binnen. Het is een indrukwekkend grote ruine die deels goed bewaard is gebleven omdat hij eeuwen onder het zand gelegen heeft, onzichtbaar voor kapers. Behalve het belangrijke archeologische belang is het hier ook leuk om naar de bezoekers te kijken. Dat zijn er best veel, vooral gezien het feit dat dit buiten het seizoen is. 95 % is Iraniër.
Na de middag zijn we per taxi en minibus naar Shiraz gegaan om daar een aantal bezienswaardigheden te bezoeken en om geld te wisselen, wat dringend noodzakelijk was anders konden we ons hotel niet betalen. Voordat we goed en wel op zoek waren werden we benaderd door een locale jongeman van 27 jaar die ons wel door de stad wilde leiden.
Hij heeft ons naar een Koraanschool gebracht, vanwaar je vanaf het dak mooi een overzicht over de stad hebt en naar een zogenaamde "Shrine" een indoor begraafplaats voor de welgestelden, altijd voorzien van mooie versieringen en een koepel. Hier moesten we ook een donatie doen voor het goede doel, maar dit keer was het niet al te zeker of de jonge man misschien niet zelf het goede doel was.
Vlak voor het instappen in de minibus kregen we een telefoontje van Marc, die kon melden dat zijn motor zeker 300 km succesvol had afgelegd en was aangekomen in Yazd. Dat houdt in dat hij, wanneer alles goed gaat, morgen in het zelfde hotel in Esfahan kan aankomen als wij. Dat zou wat zijn.

26 september van Persepolis naar Esfahan

Redelijk vroeg opgestaan, maar het ontbijt liet nogal op zich wachten. Nog wat van het internet gebruik gemaakt, want hier kan het in ieder geval, waardoor het vertrek pas na 10 uur plaats vond. Hartelijk afscheid genomen van Arezoo en Yasser en bedankt voor hun goede diensten.
Het grootste deel ging over autosnelweg, hoewel we hier ook niet veel harder dan 90 kunnen en soms minder berg op en/of met flinke tegenwind, schoot het toch redelijk op. We konden zelfs een tukje doen tijdens een tussenstop achter een paar bomen op de heel brede middenberm. Soms is deze zo breed, dat je de rijstroken voor de andere richting nauwelijks kunt zien. Paul heeft bij een volgende stop zijn luchtfilter maar eens gewisseld, omdat het vermogen wat minder leek te worden, maar dat kan ook gewoon aan de wind gelegen hebben.
Toen de zon net achter de bergen verdween kwamen we in Esfahan aan. Deze stad bleek veel groter dan aanvankelijk gedacht en het verkeer was op dat moment heel, heel druk. Een goed half uur later kwamen we in het centrum aan, waar ons hotel zich zou moeten bevinden, tevens ontmoetingsplek met Marc. Het was intussen donker geworden. Vragen aan locals leverde aanvankelijk niet veel op, omdat de meeste geen Engels spreken en kaartlezen was ook niet hun sterke kant. Na veel pogingen Marc aan de telefoon gekregen, die het hotel al lang had gevonden, en hij zou wel langs de weg gaan staan. Helaas wilde op dat moment de motor van Otto niet meer starten. Dat leverde nog eens een half uur vertraging op, maar toen deed hij het ook weer. We stonden vlak bij het doel, dus na minder dan 1 minuut zagen we Marc al. Het is een apartement hotel met een grote woon/slaapkamer en nog een extra slaapkamer, erg luxe dus.
Daarna nog even het centrum in (5 min lopen) om een restaurant te bezoeken en vervolgens nog even over het grote Imanplein lopen. Hier kwamen we aan de praat met waterpijp rokende jongeren en hebben heel leuke gesprekken gevoerd. We zullen ze waarschijnlijk vandaag (maandag) weer ontmoeten, waarbij een van hen ook beloofd heeft om ons te helpen met het omzeilen van het irritante internetfilter in Iran. Uiteraard hebben wij ook even aan de waterpijp gelurkt en het bleek dat het eigenlijk meer een heel slap goedje was, deze keer althans.

zaterdag 24 september 2011

van Kerman naar Presepolis Otto en Paul

van Kerman naar Persepolis

21 september Bazaar van Kerman en slapen in de woestijn

Geslapen in het twee kamer guest house van meneer Jalal, die dus ook goed Duits spreekt
Otto heeft bij hem allerlei infomatie ingewonnen over de zogenaamde "Kaluts" de uit zandsteen gevormde "zandkastelen" die slechts in een klein deel van de Shahdad woestijn voorkomen, de rest van deze woestijn is zo goed als helemaal vlak. Ook konden we daar slapen al was het niet helemaal duidelijk waaruit het "kamp" dat meneer Jalal bedoelde inhield. In ieder geval zou een nacht in de woestijn een fantastisch zichtbare sterrenhemel moeten opleveren. De vorige dag hadden we al kennis gemaakt met Fabienne en Celine, twee Zwitserse (frans) dames die ook in de woestij wilden slapen, zij regelden dat geheel verzorgd bij mr. Jalal;.
' smorgens daarna eerst maar eens naar het Toeristen Informatie bureau van Kerman, dat is toch heel iets anders dan wij gewend zijn. We werden uitgenodigd in een kantoorruimte en kregen eerst mondeling veel meer info dan waarom we vroegen. Pas later kwamen ze met wat folders, die voor ons nuttige informatie bevatten. Het touristen bureau was helemaal buiten de stad, zodat we daar maar eerst met een motor naar toe zijn gereden.
Vervolgens de "Bazar" van Kerman bezocht, een kilometers lange overdekte galerij, bedekt met lemen koepels, waar je van alles kunt kopen, maar voornamelijk spullen die je bij ons op rommelmarkten ook kunt vinden. Hoogtepunt van deze bazaar is duidelijk het restaurant/theehuis dat is gevestigd in een voormalig badhuis. Lekker eten en thee achteraf met muziek van een bandje.
Vervolgens zijn we op weg gegaan naar de Kaluts, toch nog 160 km verder. De weg er naar toe leidt over een fraaie bergpas van 2650 hoogte (Kerman ligt op 1750) met een zeer goede weg. Meneer Jalal vertelde dat deze weg zo goed is omdat ze er speciaal asfalt voor moeten gebruiken, omdat het zo heet kan worden. Uiteindelijk pas net na zonsondergang aangekomen bij de Kaluts op ongeveer 300 m hoogte, net te laat natuurlijk, want bij ondergaande zon ziet het er het mooiste uit. Wij op zoek naar het "kamp" maar konden niets vinden, en het werd intussen al donker. Dan maar op de beschreven plek een karrespoor de woestijn in gevolgd, dat bleek het verkeerde spoor te zijn, om de beurt bleven we steken in het diepe zand. Later aanwijzingen gekregen van vriendelijke Iraniërs die ons brachten naar het goed georganiseerde "Desert Camp" , een plek waar we eigenlijk niet heen wilden, omdat er altijd licht is. Daar aangekomen en ingetrokken in een rieten koepeltje, bleek dat onze Zwitserse dames er ook waren. Samen met hun gids dan nog een wandeling gemaakt om uit het licht van de felle lantaarns te komen om de sterren te bekijken. Uiteindelijk hebben we wat zand naar ons lichaam gevormd en een handdoek of een slaapzak er op en dan gaan slapen. Het bleek 's nachts toch nog redelijk fris te kunnen worden op de "heetste plek op deze planeet" (helaas hebben we geen foto van dat bordje). Paul had een slaapzak en Otto lag uiteindelijk met zijn complete regenpak aan te slapen.

22 september van de Kaluts naar Shad-e-Babak

Zodra het weer licht werd, om 5 uur plaatslijke tijd, eruit en nog wat bananen en meloen verorberd, om vervolgens weer terug te gaan naar de Kaluts (25 km) om toch nog met een goede belichting te kijken en foto's te maken. Hier kregen we ook een telefoontje van Marc uit Bam, die ook logeerde bij Akbar Guesthouse. Zijn oliepomp was goed gebleven, maar toch was zijn Big-End lager weer kapot. Oorzaak nog niet bekend. Met behulp van meneer Akbar gaat hij dan toch weer een garage opzoeken om het lager nog een keer te vervangen. Onderdelen zijn nog genoeg op voorrad, het zal echter zeker weer 2 dagen gaan duren. Extra probleempje is dat de vrijdag rustdag is voor Moslims.
Na een uitgebreide foto reportage zijn we vertrokken richting Shahr-e-Babak, waarvoor we eerst weer terug moesten naar Kerman over de 2650 m pas. Vervolgens zeker 150 km saaie autobaan, maar dat schiet wel mooi op. Uiteindelijk moesten we weer een bergketen over, die ook een prima weg had en prachtige uitzichten. Een klein dompertje was dat we door een (lege) vrachtwagen werden ingehaald op een stijgend stuk van tussen de 5 en 8 %. Om ongeveer half zes aangekomen en bij de eerste vraag bleken we vlak naast een goed hotel te staan, met een baas die geen Engels spreekt, maar wel zijn uiterste best doet om het ons naar de zin te maken.
Vlakbij moet ook een internetcafé zijn, het zal ons benieuwen of we daar ook foto's kunnen opladen.

23 september aankomst in Persepolis

Het internetcafé in Shahr-e-Babak hebben we niet meer kunnen bereiken. We zitten nu in een zeer luxe hotel direct grenzend aan het antieke Persepolis, de hoofdstad van Persië tijdens de heerschappij van Darius. Dit hotel heeft WiFi. We hebben een goede rit gehad langs veel snelweg, maar ook leuke uitzichten. We zitten nog steeds in het woestijngebied en het is hier ook kurkdroog.
Het netwerk springt voortdurend aan en uit, dus nu even kort en snel opladen.

zondag 18 september 2011

van Quetta naar Bam (Iran) in 3 dagen

15 september
Paul en Otto vertrekken weer nadat Paul is opgeknapt van een buikgriep, wat heeft 2 dagen vertraging opgeleverd, maar daardoor kon Otto Marc beter wegwijs maken in Quetta terwijl Paul de hele dag in bed lag. De dag erna kon Paul ook weer op bescheiden schaal mee de stad in.
Omdat voor Pakistani tijd een begrip van ondergeschikt belang lijkt te zijn, kwam het ontbijt voor ons vertrek pas na flink aandringen een uur later dan afgesproken. Niet echt op tijd vertrokken dus. Onder de gebruikelijke politie-escorte Quetta verlaten, die aanvankelijk weer veel te langzaam voor ons doen reden. Wanneer we de (meestal) Toyota Pick-up dan inhaalden of dreigden in te halen ging het vaak weer wat vlotter totdat een nieuwe ploeg kwam natuurlijk, dan moet het ritueel weer van voren af aan beginnen. Soms kwam er helemaal geen aflossing en dan was het "dus" ineens veilig genoeg om ons alleen te laten rijden, wat dan een grote opluchting was. In het begin was er nog wat begroeiing langs de weg, maar naarmate we verder van Quetta af kwamen hoe minder groen en hoe meer zand. Halverwege Dalbandin was er eigenlijk alleen nog maar woestijn om ons heen. Er was redelijk wat wind die vooral van voren en opzij kwam, maar deze was nog niet echt hinderlijk.
Vlak voor Dalbandin kregen we weer escorte en die bracht ons naar later bleek het enige hotel daar (Al-Dawood). De prijs van 700 rupie (€ 6,-) per nacht voor een tweepersoons kamer leek redelijk, hoewel 500 rupie op elke muur aangekondigd werd. Dit was de oude prijs zei de eigenaar en liet zien dat iedereen de laatste maand 700 rp had betaald.
Een breuk in Paul's bagagerek dat de vrij slechte constructie en de vele gaten in de weg niet had stand gehouden werd echter gratis gelast. Ook het geld in de handen drukken van de vriendelijke lasser resulteerde in een afwijzend gebaar, zo kan het dus ook.
Otto had intussen ook last gekregen van buikgriep en moest het avondeten overslaan. Paul had voor zich alleen veel te veel besteld en werd met 800 rp waarschijnlijk flink afgezet voor het eten. We hadden het document van "it's on the meter" ook eerst moeten lezen, waarin vermeld werd dat je hier eerst over de prijs van het eten moest onderhandelen. Benzine wordt hier uit jerrycans verkocht voor een prijs van ongeveer 20% meer dan normaal, PIN automaten bestaan niet en geld kun je niet wisselen bij de banken. Wij hebben wat bij de plaatselijke apotheek kunnen wisselen tegen een behoorlijk slechte koers. Kortom Dalbandin is een kleine plaats midden in een woestijn, waarvan we ons afvroegen wie daar in godsnaam gaat wonen.
16 september van Dalbandin naar Taftan.
Otto herstelt snel na wat medicijnen van de buikgriep. Paul haalt een voorraad bananen samen met een agent, zodat we niet van de service van het hotel afhankelijk zijn voor het ontbijt. We vertrekken niet al te vroeg en hebben nu escorte van een "Levies" groep, weer een ander soort politie waarschijnlijk. Deze soort weet goed tempo te houden, soms reden ze zelfs zo snel dat we moeite hadden om ze bij te houden. Dit was de dag van de woestijnen en zandstormen. De wind van zeker 7 Bft stond ongeveer 45 graden tegen en van rechts. Het herinnerde mij aan een oud- en nieuw tocht naar Texel maar dan met zand en hitte in plaats van regen en kou destijds. Kortom het was een barre tocht waarbij we één keer een omweg door een stukje woestijn moesten maken omdat de zandduin op de weg te groot was. Toch konden we een gemiddelde van ongeveer 60 km/h realiseren.
Een quote uit de "Loney Planet" over Iran zegt het volgende:
'Drivers between Turkey and India often describe the trip between Zahedan and Quetta, across the vast Baluchestan desert, as the worst leg of their journey. The road from Quetta to the Iranian border is barren and lonely, with few facilities and a risk of bandits; consider driving in convoy once on the Pakistan side' (2008).
Misschien is het voor Marc een goed idee, om met motor en al per trein dit stuk af te leggen, ook al verkeert de motor in goede staat. Er ligt een naar Pakistaanse begrippen een goed spoorwegtraject langs de weg, al hebben we de hele dag geen trein gezien. Dit is ook voor onze begrippen geen traject waar je graag met pech langs de weg blijft staan, ook al omdat er heel weinig verkeer over heen rijdt.
We kwamen om ongeveer ongeveer om 5 uur bij de grens, wat een uur te laat was, want deze sluit om 4 uur. We werden verwezen naar het "Custom House" want daar zou je kunnen overnachten.
Daar aangekomen werden we naar een bank verwezen om te gaan zitten en vervolgens een uur lang volkomen genegeerd ook al probeerde je een amtenaar zo ver te krijgen om te vertellen of er misschien iemand iets voor je aan het doen was. We wilden de Carnets des PassageS voor uitvoer uit Pakistan vast in orde maken, en dat zou hier moeten kunnen.
Na een uur kwam een heel erg vriendelijke oudere man (die met een beetje fantasie wel op Henk Schreij leek) vragen hoe het met ons ging en we vertelden dat we al ongeveer 2 uur aan het wachten waren op wat dan ook. Het bleek de baas van het spul te zijn en hij reageerde best verontwaardigd. Het duurde echter nog ruim een kwartier voordat de juiste ambtenaar ons te woord kon staan en weer een kwartier later waren de documenten voor de motoren in orde.
De vriendelijke man zei ook dat het te onveilig was om in Taftan "city" te overnachten en dat we wel in het Custom House konden blijven slapen, op een bank in de hal weliswaar omdat de enige kamer met bedden al bezet was. Hij kon ons nog weel een maaltijd aanbieden.
Terwijl Otto al ligt te slapen is Paul bezig dit bericht (off line) te typen in deze hal aan één van de amtenaren tafeltjes. Later moet dit maar worden ge-upload, want internet is hier natuurlijk niet. Misschien kan het nog wel enkele dagen duren voordat we dit en de foto's kunnen publiceren.
tips voor Marc:
regel het CdP bij het Custom House aan de Pakistaanse kant, dit kan ook na 16:00 uur
Haal benzine in Taftan bij jongens met jerrycans, maar spreek van te voren goed een prijs af (100 rp/l is hier redelijk)
Wissel de Euro's en roepies bij de grens en niet bij Custom House, 17000 rial/euro is maximaal 1650 is ook aanvaardbaar
In Zahedan zij de benzinepompen moeilijk te vinden. (7000 rial/liter). Geld wisselen is hier erg lastig.
Je kunt slapen en eten in het Custum House in Taftan, misschien kan dat ook aan de Iranse kant.
Wanneer je 's morgens over de grens gaat, zorg dan dat je ruim voor 8 uur bent, want er staan lange rijen.
Benzinebonnen zijn de korting van max 300 rial/liter niet de moeite waard.
17 september van de Taftan - Iranse grens - naar Bam.
We waren om ongeveer 8:30 bij de grens, en ontwaarden daar lange rijen met Pakistaanse voetgangers die de grens over wilden, er waren echter slechts weinig voertuigen. Gelukkig mochten we de lange rij voorbij voor de paspoortcontrole, maar eenmaal binnen in het kantoor duurde het toch nog minstens 1 uur voordat we weer verder konden. Vervolgens werden we naar de Iranse kant gedirigeerd, waar de procedure ook weer minstens een uur in beslag nam inclusief de Carnet de Passages behandeling. Hier wistens ze gelukkig exact wat ze hier mee moesten. Toen alles eindelijk klaar was hebben ze waarschijnlijk vergeten om onze bagage door de X-ray te halen, want alle anderen moesten dat wel, gelukkig maar. We kregen een begeleider naar Zahedan, maar deze moest wel achterop bij Otto. Ze konden ons overtuigen dat de wegen erg goed waren en dat bleek ook waar te zijn, dus een extra gewicht kon wel. Bovendien was het dit keer een licht knaapje die niet of in ieder geval niet zichtbaar bewapend was.
We kwamen aan in Zahedan bij een politiepost midden in de stad (een stad die echt westers aandeed) en moesten weer gegevens laten invullen en wachten tot er weer een escorte aankwam, natuurllijk duurde dat weer veel langer dan ons lief was. Toen de escorte er eenmaal was moest Paul voor de start zijn zonnebril nog even goed opzetten en dan
konden we weg. Toen we weer keken, was de escorte echter niet meer te vinden, dus zijn we maar alleen verder gegaan om eerst benzine te tanken en dan geld te wisselen. De goede instanties waren echter moeilijk te vinden, dus hiermee waren we ook minsten weer een uur verder.
Uiteindelijk om een uur of 2 vertrokken uit Zahedan richting Bam, 300 km verder, dat we wel zouden moeten halen, omdat er tussenin eigenlijk niets is.
De wegen zijn hier echter erg goed, en met de escortes zo nu en dan viel het ook ontzettend mee. De 50 km dat ze voor ons reden, konden we nog steeds ruim 90 km/h halen.
Bam bereikt net voor donker en met behulp van Otto's Garmin konden we vrij vlot Akbar Guesthouse bereiken. Binnen no time kwamen we er achter dat de baas hiervan wel tot de top-10 van meest sympathiek mensen gerekend kan worden die we op deze reis ontmoet hebben. Bovendien sprak hij zo goed Engels dat we dachten dat hij niet origineel Irans was, dat was echter een foute gedachte. De rest van de Iranezen spreekt nauwelijks Engels, alleen de hoog opgeleiden. We kregen thee en knapten weer behoorlijk op van de toch wel erg vermoeiende reis. Vervolgens kwam er rijst met een soort Goulash van een afhaalgelegenheid op tafel, erg smakelijk.
De huizen hier hebben allemaal een staalskelet met diagonalen om ze beter aardbevingproof te maken. De aardbeving is hier nog steeds een moeilijk onderwerp, de baas van Akbar Guesthouse wilder er niet veel over kwijt, hij had vele vrienden en bekenden verloren.

morgen weer op weg!

Het ziet er naar uit dat ik morgen weer ga rijden met een splinternieuwe oliespindel, wormwiel en Big End. De reparatie heeft vandaag de hele dag in beslag genomen. De mechanicien werkte zeer zorgvuldig en gaf erg veel vertrouwen in zijn bekwaamheid. Het monteren van een oliedrukmeter is helaas niets geworden, dus ik ga er maar van uit dat het deze keer beter gaat. Voor de geinteresseerden onder jullie; de oude spindel was afgesleten op het opgelaste stuk. Wellicht dat de kwaliteit van dit lasmateriaal in combinatie met een wat aangetaste/versleten worm de oorzaak van het snelle bezijken was. In mijn bagage heb ik nog steeds een aantal van deze onderdelen origineel in de verpakking dus een volgende reparatie kan ik gelijk beginnen als het zo moet gaan.

De reparatie kosten waren een rib uit mijn lijf; wel 2500 Pakistaanse roepie (ongeveer 20 euro voor twee dagen werk, nieuwe olie en veel thee en eten). Ik heb hem toch maar 300 gegeven waar hij erg blij mee was. Nog blijer was hij dat hij me had kunnen helpen.

Ik zal nu ook even niets kunnen laten horen omdat het internet de komende dagen in de woestijnen niet aanwezig zal zijn.

Tot gauw!

Marc

zaterdag 17 september 2011

reparatie vordert

De reparatie vordert. Vandaag doorgebracht bij Atta, de mechanicien. Hij werkt zeer zorgvuldig, ook al is het op het zanderige beton voor zijn garagebox. De motor hangt weer in het frame met een fonkelnieuw Big End. Morgen de oliepomp en zo. Ik hoop ook een oliedrukmeter te kunnen monteren zodat ik gewaarschuwd wordt door een metertje, voordat het Big End dit doet. Als het allemaal lukt ben ik maandag weer op de weg!

Otto belde me dat zij in Bam, Iran (de plaats van de zware aardbeving meerdere jaren geleden) zijn aangekomen. Ze zullen nog kijken of er een internetcafe is. Alles gaat voorspoedig bij hun. De rouite van Dalbandin naar Taftan schijnt een ware heltocht te zijn geweest met zandduinen en zandstormen bij ondragelijke temperaturen. Ik krijg er helemaal zin in.

donderdag 15 september 2011

weer gescheiden

Gisteren zijn Otto en Paul vertrokken richting Dalbandin. De voorlaatste stop voor de grensovergang met Iran. Paul belde vanmorgen (vrijdag) dat ze goed zijn aangekomen in het kleine plaatsje Dalbandin waar geen internet en bank schijnen te zijn. Vandaag zullen ze doorrijden naar Taftan, de Pakistaanse grensplaats.

Ik kon helaas niet meegaan omdat mijn motor nog steeds stuk is (en nog niet gedemonteerd). De onderdelen zouden gisteren met Fedex aankomen, maar die prutsers hadden het adres verkeerd gelezen. Ze dachten dat het Karachi in plaats van Quetta was. Volgens Fedex komt het pakje nu vandaag aan. Vrijdag is in Pakistan een rustdag (de eigenlijke zondag) en de monteur gaat morgen pas met mijn motor beginnen. De achterstand met Paul en Otto zal dit keer dus wel meer oplopen. Het gebied waar ik straks doorheen moet heeft geen grote plaatsen meer dus ik wil toch echt alle zekerheden benutten die mogelijk zijn om een betrouwbare motor te krijgen. In het pakje zitten drie nieuwe oliespindels, drie aandrijftandwieltjes en twee Big Ends dus daar zal het niet aan liggen.
Voor nu maar even een dag in Quetta stukmaken met kijken of ik toch ergens geld kan pinnen, boekjes lezen en naar de Fedex gaan.

Foto's kan ik niet uploaden, zodra Paul en Otto weer internet beschikking hebben wordt dat bijgewerkt.

dinsdag 13 september 2011

Marc arriveert in Quetta




Otto en Paul zijn vandaag redelijk vroeg opgestaan om eerst maar eens te kijken of het pakketje met de achterwiellagers van Otto aangekomen was. Het hotel wist van niets en verwees ons naar het postkantoor. Daar eenmaal aangekomen werden we direct naar het goede loket (buiten) verwezen. Otto noemde zijn naam en Paul hoorde direct iemand "Hotel Bloomstar" zeggen. Het pakje lag voor het grijpen en was al 4 dagen ervoor aangekomen.
Daarna weer naar meneer Atta Muhaad "de Cobra" de veren van de Triumph wat hoger en strakker te krijgen. Zoals eerder vermeld een bijzonder aardige man met wie het goed praten is, al is het Engels soms wat moeilijk te verstaan. Behalve Triumph enthousiasteling is zijn dagelijkse werk eigenlijk het repareren van Japans/Chinese motorfietsjes en Motorriksja's, die ook vaak voorzien zijn van een Chinese ééncylinder van ongeveer 200 cc. Ook hij heeft een zoontje van 12 dat Engels op school leert en dat bij ons goed in de praktijk kan brengen. Wij zijn natuurlijk niet zijn enige klanten, dus alles neemt veel meer tijd in beslag dan aanvankelijk gepland. Hij heeft ook een stuk of 4 knaapjes in dienst varierend van ongeveer 10 tot 16 jaar. Bij elke handeling die ze verrichten willen ze wel een keer op de foto, zodat we heel veel foto's hebben van sleutelende jongens. Paul maakte van de gelegenheid gebruik om zijn zijstandaard wat rechter te krijgen.
We werden regelmatig voorzien van Chai en hebben zelf ook maar eens een fles Cola ingebracht. Eigenlijk konden we er nauwelijks meer weg komen omdat we voortdurend aan de praat werden gehouden.
Om een uur of half zes dan toch vertrokken naar het Hotel waar tot onze verbazing de motor van Marc op de binnenplaats stond.
Het oorspronkelijke enthousiasme werd wat getemperd toen Marc vertelde dat hij de laatste 100 km achter op een pick-up truck had afgelegd met weer een bezweken oliepompspindel en kapot Big End.
De motor van Marc hebben we daarna naar meneer Atta gebracht die het hele blok weer uit elkaar gaat halen, een nieuw BigEnd lager gaat monteren en een door Hitchcock opgestuurde as gaat monteren. Geschatte tijd ongeveer 4 dagen.
Otto en Paul zullen weer vooruit gaan rijden omdat Marc alleen toch sneller kan opschieten.

maandag 12 september 2011

weer (tijdelijk) samen

Om 6.00 uur uit Sukkur weggereden. Alles verliep voorspoedig, ook al was het abnormaal heet. Helaas is na ongeveer 250 km de oliepomp weer bezweken en stond Marc stil met een uitgelopen Big End lager in een open vlakte zonder schaduw: dat is erg heet hier! Uiteindelijk met een pick up die stopte meegenomen naar Quetta en daar ontdekt dat Paul en Otto nog in het hotel waren; ze hadden nog een extra dagje Quetta er aan vast geplakt om nog wat reparaties te verrichten, zoals het ophogen van de vering van Otto. Mooi om weer samen te zijn
Marc moet nu natuurlijk weer repareren. Uit voorzorg had hij al extra spare parts besteld in Engeland met als aflever adres het hotel in Quetta, dus dat gaat misschien wel vlot.
Paul en Otto waren van plan vandaag (dinsdag 13 sept) door te rijden en Otto had zijn motor al opgepakt. Helaas blijkt Paul zich niet goed te voelen en ze besluiten nog een dagje te blijven. Als de onderdelen dan ook nog een beetje snel komen en de reparatie vlot verloopt is de achterstand van Marc straks te overzien.

zondag 11 september 2011

De eerste kilometers na lange tijd!

Nadat de motor eindelijk vandaag om 13.00 uur het weer naar behoren leek te doen heb ik besloten de sprong te wagen naar Sukkur (175 km). Onder het mom van als er wat gebeurt zorgt oom agent wel voor me. Van tevoren nog wat gereedschap ingekocht omdat ik toch wel leunde op Otto en Paul. Een binnenband zat er in Sadiq Abad niet in dus ik hoop maar dat dat leed me bespaard blijft, plakken kan ik overigens wel.
Pas om 17.00 uur was de politie zover om me te escorteren en zoals gezegd stelde ik dat nu erg op prijs. Het was natuurlijk van tevoren duidelijk dat ik in het donker zou komen te rijden, maar ik was het stilzitten meer dan zat, en Sadiq Abad eigenlijk ook. Het afscheid was apart, iedereen die ik tegen was gekomen kwam zeer amicaal afscheid nemen en ik moest vooral de agent en de monteur bellen als ik in Sukkur was (misschien hadden zij net zo'n twijfel gevoel als ik. Met de hand op de koppeling en de vinger bij de noodknop gereden. Na enkele kilometers komt zowaar weer wat vertrouwen terug van de haat liefde relatie die ik inmiddels met de motor heb.
Wonderwel is de 175 km zonder problemen verlopen. Dit mag een wonder heten met een opgelaste spindel en drukveertjes uit een heel ander product. De motor geeft ook bij aankomst in Sukkur nog steeds olie.
De rit was genieten, prachtige rijstvelden, kamelen, waterpartijen en een mooie weg (ik had ze op het hart gedrukt de snelweg te nemen). Juist bij aankomst in Sukkur de politie kwijtgeraakt, maar het veel te dure hotel toch gevonden met behulp van de altijd vriendelijke Pakistani.
Mooi te lezen dat Paul en Otto een rustdag hebben genomen, dan ben ik weer 175 km dichterbij gekomen. Morgen vertrek ik om 6.00 uur, eens kijken of ik Quetta in een ruk kan halen.

Quetta 2R Reparatie & Rustdag

Vandaag uitgeslapen en heerlijk ontbeten in de binnentuin van het hotel (gebakken eitje op toast en een kannetje  groene thee)
Daarna met de riksja naar motormarket om de binnenband voorraad weer op peil te brengen .
Tijdens het verorbeeren van een aardbeien milkshake raakten we aan de praat met een pakistaan die zoals gebruikelijk alles van ons wilde weten, maar deze keer vertelde hij ook vanalles over zichzelf, toen hij hoorde dat we een grote reis maakten met de motor,begon hij te vertellen over zijn oom die ook veel met motor had gereisd op jawel een Triumph uit 1952 en die nu al jaren tevergeefs probeerde een visum voor engeland te krijgen om met de motor een vriend aldaar te gaan bezoeken.
De opmerking dat zijn oom ons ongetwijfeld graag wilde ontmoeten hebben we meteen als uitnodiging aanvaard en 10 minuten later zaten we onder het genot van een kopje thee met meneer Atta te bomen over Triumph motorfietsen en reizen met de motor.
Hij bleek vele triumphs en andere motoren te hebben opgeknapt en verkocht,maar de 500 zijklepper die hij trots onder een deken vandaan toverde is al 30 jaar zijn grote liefde.
Toen ik hem mijn probleem met mijn voorwiellagers vertelde bood hij meteen een paar lagers uit zijn voorraad oude wielen aan.
Later bleek dat er gewone metrische lagers in zaten die we voor 1euro per stuk bij de plaatselijke onderdelen onderdelen boer konden komen (wel chineese quality).
Paul maakte van de gelegenheid gebruik om de middag van de reparatie even lekker bij te slapen.
En toen ik aan het eind van de middag na een verfrissend ritje door Quetta met mijn nieuwe voorwiellagers in T shirt en zonder helm weer in hoel kwam was Paul weer helemaal als nieuw (bijna volgens hemzelf).
En nu gaan we lekker iets eten.
Kijk ook eens op suenosdesdecalcuta.com  wat onze spaanse Ramboo Jose allemaal voor goede dingen doet

zaterdag 10 september 2011

Sprankje hoop?

Mooi te lezen dat het Paul en Otto goedgaat. Ik ben wel een beetje jaloers dat ik er niet bij ben moet ik bekennen. Mijn dagen verlopen niet zo spannend. Gisteren niks opgeschoten. Elke poging met een gerepareerde spindel levert weer een snel bezwijken op. Vandaag had de monteur Haq Nawaz ontdekt dat een veiligheidsventiel op de krukas geblokkerd was, wellicht een oorzaak? Ook na het verhelpen van de blokkade ging het nog niet goed. Uiteindelijk een tweetal zware drukveren vervangen door lichtere. Wonderwel lijkt dit te helpen. Een in Pakistan gemaakte, maar alweer beschadigde spindel, bleef lopen en pompte ook nog zijn olie in de kanalen. Dit was vanavond om twaalf uur. Daarna hebben we (gratis) gegeten met de monteur in een restaurant. Besloten dat morgenochtend de twee andere beschadigde spindels worden opgelast ter reserve. Ik zal dan de nodige blokjes om gaan rijden en kijken hoe de "made in Pakistan" spindel zich houdt. Ik heb er eerlijk gezegd nog niet het echte vertrouwen in, maar eerlijk is eerlijk, de eerste kilometer is met de motor gereden deze avond.
Ga ik morgen het eerste stukje overbruggen naar bijvoorbeeld Sukkkur? Ik zal in elk geval pas later op de dag kunnen vertrekken en ben nog behoorlijk onzeker. Een sleuteltje houd ik bij de hand om geregeld de oliestroom te checken. Na het stuk van Otto en Paul gelezen te hebben ga ik morgenvroeg ook even kijken of ik ook een reserveband hier in Sadiq Abad kan krijgen.

Ik hoop dat Otto en Paul flink de tijd nemen voor de wiellagers, dan nemen mijn kansen ze weer in te halen toe.

De eerste lekke band

Gisteren hadden we het er nog over; na alle tegenslagen hebben we gelukkig nog helemaal geen lekke banden gehad.
Nu vandaag was het raak kort nadat we  een politie post via de snelle methode waren gepasseerd (gewoon doorrijden en vriendelijk terugzwaaien)  kreeg Paul een klapband  achter. Gelukkig kon hij de motor onder controle houden (niet gemakkelijk bij 80 in het uur en volle bepakking) en de kant in rijden.

Na een 3 kwartier 2 liter water en 2 water meloenen later zat de band er kompleet met een nieuwe binnenband weer in valt niet mee een bandje oppompen met een handpompje bij 37 C in de schaduw
(het ventiel was afgescheurd .maar gelukkig had ik een reserve binnenband  meegenomen)
Nog even bij de volgende benzienepompde druk op 2.5 bar gezet en we konden weer gaan.
Nog was de pechduivel niet tevreden want enige kilometers later reed ik met 90 in een gat in de weg waardoor de motor met een geweldige klap door de veren sloeg en ik vervolgens bijna van de motor werd gelanceerd , terwijl tegelijkertijd mijn rechter zijkoffer zelfstandig zijn weg vervolgde om na een sliding van 100m tot stistand te komen,
Wonder boven wonder mankeerde de koffer helemaal niets en konden we hem er zo weer aan het rek hangen. Voor de zekerheid er  toch maar een spanbandje overheen getrokken.
De Spaanse motorrijder (Jose hoe kan het ook anders) kwam ons ook weer achter op en dit loste voor de politie het raadsel van 3e motorrijder op, bij het vertrek uit sadi abad is kennelijk niet doorgegeven dat mark er niet meer bij was . dus ze bleven maar zeuren waar de derde motorrijder was gebleven,
Dus Jose kwam handig van pas.
Vandaag moesten we 360 km afleggen om in quetta te komen ,waarvan de laatse 140km in de bergen
 Na een half uurtje met 50km achter het politie escorte aangesukkeld te zijn . realiseerde we ons dat we Quetta op deze manier niet gingen halen . nadat via gebaren duidelijk werd dat de agenten niet harder wilden of konden hebben we gewoon gas gegeven en vervolgens bij elke controle post vrolijk terug gezwaaid naar de druk gebarende escortisten,
Na verloop van tijd maakte het groene gewas van de indusvallei gelijdelijk aan plaats voor zand totdat we alleen nog maar oven een zinderend hete bruine vlakte reden  waar  zelfs de kudden wilde drommedarissen niet ontbraken.
Tegen 4 en bereikten we de bergen en werd het direkt een stuk koeler.
De bergen zijn prachtig geen begroeiing maar wel heel veel kleuren geel en bruin,
Even na 5 uur reden we Quetta binnen en met behulp van de garmin was het hotel snel gevonden, helaas bleek het pakje met de wiellagers die wessel had opgestuurd nog niet aangekomen, dat gaan we morgen uitzoeken voorlopig eerst eten.





vrijdag 9 september 2011

Otto en Paul rijden vast vooruit, Marc blijft voorlopig in Sadiq Abad

Na rijp beraad scheiden dan toch onze wegen. Voor iedereen geeft het meer rust, wanneer Marc alleen bij de reparatie van zijn motor kan blijven, en Otto en Paul hoeven zich later niet zo erg te haasten onderweg. Dus vroeg opgestaan, ontbeten en de motoren opgepakt om richting Quetta te vertrekken. De obligate donkerblauwe Toyota truck, minstens een half uur te laat moest ook mee met 4 agenten.
Bij vertrek leek het alsof we een andere route in gingen dan we hadden gedacht met behulp van Otto's Garmin.
Later bleek dat onze groep agenten een stel Chinezen moest terugbrengen naar Sadiq Abat, en die kwamen uit een andere richting. Wij moest nog zeker een half uur wachten op een nieuwe escorte. Die kwam en ging vlot van start, dat beloofde een vlotte rit. Maar helaas de volgende club ging niet harden dan 50, en de volgende en die daarna ook. Om 12 uur hadden we nog geen 100 km afgelegd. Toen voegde zich opeens een Spaanse motorrijder bij ons, die tot dan toe aan de Pakilstaanse politie had weten te ontsnappen. Hij ging een tijdje mee met het 50 tempo, maar besloot al gauw dat dit hem te langzaam was en ging er vandoor. Dat leek ons ook wel een goed idee, en we haalden de politieauto in en we hebben ze tot vlak voor Jacobabad niet meer terug gezien. Helaas 15 km voor deze plaats was een paspoortcontrole (duurde bijna een uur) dat was voldoende om weer een politiebegeleiding te organiseren. Gelukkig maar een klein einde en ze hebben ons naar een goed hotel gebracht: Mairaj Hotal, Old College Road, Jacobabad, Sindh, waar nu in een privé internetkamer op de hotelcomputer dit berichtje kunnen maken.
Tot nu toe waren we enthousiast over de de Pakistaanse "snelwegen", maar vandaag leek het wel weer of we over vlakke Himalaya paden aan het rijden waren. Soms een stukje glad asfalt, en dan weer soms onverwacht diepe gaten.
We hebben de hele dag gereden om 300 km af te leggen, en was heel heet, dus veel zweten, wat als voordeel had dat we geen plaspauzes hoefden in te lassen.
Morgen verder naar Quetta of misschien nog iets verder.

donderdag 8 september 2011

Drastische besluiten

Vandaag denken we wat wijzer geworden te zijn over de oorzaak van de problemen. Vermoedelijk een combinatie van een geblokkeerd plunjertje in de oliepomp en teveel weerstand in de leidingen door een te krap nieuw gemaakt Big End, vervuiling in kanalen en vrij strakke veren op de pomphuizen. Om kort te gaan, als Reparatie lukt zullen we pas op zondag a.s. kunnen rijden en dat is dus nog heel onzeker. We besluiten uit elkaar te gaan; Otto en Paul vertrekken morgen naar Quetta (en gaan dus verder) en Marc blijft achter bij de kapotte motor. Stel dat deze zondag gerepareerd is dan zijn Paul en Otto nog wel in te halen, en anders bedenkt Marc zijn eigen alternatieven. We vinden alle drie, na het nodige wikken en wegen, dat dit de beste methode is, ook al is het natuurlijk niet zoals we het graag zouden zien.
Ook wij gaan elkaar op de hoogte houden van de vorderingen. Paul en Otto gaan de website ottoenliesbeth.waarbenjij.nu onderhouden en Marc de website 2enfields1triumph.blogspot.com.

Weer een nieuwe dimensie dus. We hopen dat we elkaar in Iran weer zullen treffen.

woensdag 7 september 2011

Nee dus...

Helaas, helaas. Even een zeer deprimerende update; de onderdelen zijn aangekomen, maar de oliepomp as is gelijk weer bezweken. We zijn dus weer bij af. Allerlei scenario's passeren de revue, zowel over wat de oorzaak kan zijn, wat we er op korte termijn aan kunnen doen en wat we doen als er teveel (lees nog een paar dagen) tijdvertraging ontstaat. We houden jullie op de hoogte, ook al is het fijner om over leuke dingen te schrijven.

"Back on the road"?

Het gaat er op lijken, de onderdelen zijn inmiddels tot op 150 km genaderd en komen steeds dichterbij. We gaan er maar van uit dat ze de juiste zijn en dat ze afdoende zijn voor de reparatie (hebben we wel vertrouwen in). Als ze een beetje op tijd zijn proberen we vandaag nog in Sukkur te komen zodat het stuk naar Quetta wat beter in een dag te doen is. Quetta is namelijk vanaf hier ongeve 600 km en dat is heel erg uitdagend vor één dag met langzaam rijdende agenten voor je.
De laatste dagen in Sadiq Abad waren beter, we kregen meer vrijheid en konden met één agent gewoon de stad in gaan. Daarbij ontmoeten we zeer gastvrije Pakistani. Meerdere keren werd ons te kennen gegeven dat een aankoop een gift was omdat wij hun gasten waren, zo ook bij het avond eten. We ontmoeten steeds meer bekenden op straat, het lijkt net een dorp waar iedereen elkaar kent en waar wij langzamerhand deel van uitmaken: tijd om door te trekken dus.
Advies aan de reizende Rutger en vrouw/vriendin die binnenkort de andere kant op vertrekt: neem een Visa creditcard mee, want ons is het tot op heden nog niet gelukt geld te halen met Mastercard en Maestro (onze contante euro's bewaren we zoveel mogelijk voor Iran waar ze helemaal geen creditcard accepteren). Visa wordt in elk geval geaccepteerd door de HBL bank.

Volgende bericht uit een andere plaats???

zondag 4 september 2011

Soms zit het tegen...

Tsja, niet veel verandering de laatste drie dagen: wachten, wachten, wachten. Dit alles met zo nu en dan leuke gesprekjes met de politie die graag van alles wil weten over ons en onze reis. De meesten spreken slecht Engels, maar soms zit er een tussen die redelijk goed Engels spreekt zoals onze begeleider van vandaag: Rana Zeshan-Ul-Haq.
De reden dat we nog steeds op de onderdelen wachten is gewoon domme pech. We kregen pech op het moment dat de Ramadan bijna ten einde was. Daarna hebben islamitische landen een vakantie (suikerfeest). Toen onze onderdelen in Dubai waren (tussen)geland op donderdag 1 september, bleven deze daar steken tot na de vakantie. We hopen dat dit betekent dat ze morgen weer doorgevlogen worden naar Karachi. Tsja, je hebt het maar te accepteren.
Inmiddels een prima relatie opgebouwd met de restaurant eigenaar waar we dagelijks met een politiewagen heengereden worden. Deze man begint steeds breder te lachen elke dag dat we er aan komen.

We wagen morgen nog eens een poging om een uitstapje te maken naar de Bongh moskee hier vlakbij; als de politie het veilig genoeg vindt mag dit. Vandaag, op zondag als iedereen vrij heeft, vonden ze dat te riskant.

donderdag 1 september 2011

Hangdagen

Tsja, wat kun je doen als je wacht op onderdelen en je vrijheid niet super groot is. Boekjes lezen, internet (wifi aanwezig in hotel!) en de andere motoren een beetje nalopen. Berthil Slim vroeg zich al af of Otto nog licht op de motor had. Dit is dus al geruime tijd niet het geval. Erg spannend als je in grote steden zoals Lahore in het donker een hotel moet zoeken. Ook zijn nieuwe schokbrekers waren plotseling een stuk slechter geworden. Paul had ook zo zijn kleine probleempjes. Een voorwiel met grote speling op de wiellagers en een vrij grote lekkage uit de primaire kettingkast. Sleutelen dus.
Diagnoses: stelmechaniek van een van de achterveren van Otto is gebroken (op zoek naar een bus om dit op te lossen), dynamo geeft geen stroom van Otto (de raparateur van Marc zijn motor kan hier wellicht de oorzaak vinden), Paul's lagers verroest en versleten (inmiddels vervangen door nieuwe), de lekkage vereist dat de kast van de primaire aandrijving verwijderd wordt. Dit zullen we ook doen bij de reparateur van Marc zijn motor.
De onderdelen voor Marc zijn onderweg. Het tracking systeem geeft aan dat ze inmiddels vanuit UK in Parijs zijn aangekomen. We denken dat ze daar wachten op een vlucht naar Karachi o.i.d..
Het sleutelen hebben we in de tuin van de hoteleigenaar gedaan, zonder politie; erg relaxed. Al met al komen we lekker tot rust en kunnen we er straks weer mooi even tegen.

Bericht vor Rutger die onze website volgt en over een week de andere kant op gaat rijden: heb je ook een weblog? Dan kunnen we elkaar misschien op het punt waar we elkaar kruisen even ontmoeten, is vast leuk en leerzaam.