maandag 24 oktober 2011


24 oktober van Langweid naar Dieblich bij Koblenz

Met Berhtil en Arnold afgesproken om een pension te nemen in Dieblich, daar kunnen we dan een paar biertjes drinken en een sigaartje roken in de Biergarten.
Vertrek in Langweid was KOUD. Na een kilometer of 80 al een koffietent anex warme bakker opgezocht om op te warmen. Lekker appelgebak bij de koffie. Daarna bleef het koud maar de zon ging schijnen. De eerste 120 km afgelegd over N-wegen die erg leuk waren en ook een mooi uitzicht boden. Daarna de A6 en A61. Bij Worms er af gegaan om te luchen, een leuke oude stad met ook weer een goed café-restaurant. Om 17:15 aangekomen in Dieblich, waar we werden verwelkomd door een aardige dame van Hotel Moselgruß. Telefoon van Berthil gehad dat ze ongeveer bij Köln zijn, dus een uurtje na ons zullen komen.
Om ongeveer 18:30 zijn Arnold en Berthil gearriveerd en we hebben gezamelijk een flinke hoeveeleid bier en borrels gedronken, terwijl de gesprekken voornamelijk over motoren gingen.
Morgen niet te gek vroeg weg, maar wel op tijd omdat er aan het eind van de dag regen voorspeld wordt.

zondag 23 oktober 2011

Malcesine, Innsbruck, Langweid (bij Augsburg)


Grotere kaart weergeven


23 oktober van Malcesine naar Langweid bij Augsburg

In Malcesine nog geprobeerd een warme bakker te vinden voor het ontbijt, maar helaas het was zondag en alles gesloten. Vertrokken richting Bolzano, Brenner en Innsbruck. Vanaf Rovereto over de Autostrada, dus schoot wel aardig op, alleen was de tol (€ 9) duurder dan de verstookte benzine op dat stuk. Bij een benzinepomp nog wat koffie gehaald die we in de zon konden opdrinken. Het was overigens wel koud onderweg. Langs de Brenner over de snelweg en bij Innsbruck er af om een vignet te vermijden. Bijzonder mooie uitzichten over de besneeuwde toppen van de Alpen. In Innsbruck op een terras gaan zitten waar we door een aardige dame (35) genaamd Henriëtte werden aangesproken met de zin: "Wer von euch ist der verrückte mit dem Royal Enfield?". Ze bleek er zelf ook een gehad te hebben en daarmee door o.a. Zuid Amerika gereden, waar haar man nu ook weer rond reed, met een BMW overigens. Zij noemde ons "Raser" wegens het feit dat wij 100 km/h of soms meer over de snelweg reden. Zelf kon ze net 80 halen met haar oude Enfield van ongeveer 1985. Bijzonder leuk gesprek met haar gehad tijdens een lekkere lunch.
Daarna doorgereden over de Fernpass langs Garmisch Partenkirchen richting Augsburg. Daar begon het donker en koud te worden, dus bij het volgende dorpje Langweid gestopt. Ook hier weer een pension (waarschijnlijk het enige in het dorp) gevonden voor € 75,- dit keer, maar wel met ontbijt. We moeten nog ongeveer 650 km naar Aarle Rixtel, dat wordt wel erg veel voor een dag. Misschien kunnen we met Berthil en Arnold wel een pensionnetje 200 km voor Aarle Rixtel afspreken, waar zij dan ook overnachten, dan kunnen we nog gezamenlijk een biertje drinken.

zaterdag 22 oktober 2011

Van Albanië naar het Gardameer in Italië


Grotere kaart weergeven


20 oktober door Albanië naar Montenegro

's morgens eerst een goede omelet met veel olijfolie gehad en vervolgens naar het noorden langs de kust gereden. De kust is hier dermate grillig dat je dan ook zo nu en dan over een pas moet. Dat levert heel erg leuke weggetjes met prachtige uitzichten op. De gemiddelde snelheid en dan vooral hemelsbreed is dan niet erg hoog.
Eerst in Vlore gestopt om bij de veerboothaven nog even te kijken, maar dat leverde niets op. Daarna een Albaniër ontmoet die 10 jaar in Nederland had gewerkt (Jani Patos), nadat hij uit Albanië was gevlucht in het communistiche tijdperk. Al met al zijn we meer dan een uur in Vlore geweest. Daarna naar Dürres en daar ook in de haven gekeken, zonder resultaat, en een hamburger en hotdog gegeten.
Albanië langs de kust blijkt een erg leuk land te zijn waar gerekend wordt op een flinke toename van het toerisme gezien de vele hotels in aanbouw. Verder is het voor onze begrippen erg goedkoop.
Uiteindelijk naar Bar in Montengro gegaan. De grens leek probleemloos, alleen bleek hier dat de verzekering van Paul Montenegro niet dekte (Albanië ook niet bleek hier). Na betaling van € 10 premie konden we verder, al met al binnen een kwartier. Toch was het al zo goed als donker toen we in Bar aankwamen. Voor de zekerheid nog even in de haven gekeken, want er lag een schip klaar. Dat ging echter naar Bari in Zuid Italië en daar hebben we niets aan. Vervolgens een hotel gezocht en bij een **** Hotel aangekomen. De man achter de balie was echter zo vriendelijk om een dame met een goedkoper appartement te bellen en de weg er naar toe te wijzen.

21 oktober door Montenegro, Servië en Kroatië naar  Split.

Het pensoin was  goed en niet ver er vandaan bij restaurant "de Ferryboat" kunnen eten en de volgende ochtend ontbeten. Om een uur of 9 vertrokken bij half bewolkt maar redelijk warm weer. Helaas na een uur rijden brak er onweer uit. Gestopt bij een warme bakker waar we lekkere broodjes konden krijgen en uiteindelijk ook koffie. We hebben er zeker anderhalf uur doorgebracht om te wachten tot de buien voorbij waren. Daarna vertrokken en het weer klaarde op. Langs Dubrovnic gereden bij redelijk zonnig weer. Vanaf de weg een prachtig uitzicht op deze stad, maar er toch maar langs gereden.  Daarna begon het echter weer te regenen en soms niet zachtjes. Voormalig Joegoslavië heeft nu veel grenzen en bij elke moesten we weer stoppen voor controle. Het kost wat tijd maar per grenspost ging het redelijk snel. De volgende stop bij een ouder echtpaar in een restaurantje dat op het punt stond de klandizie te verliezen wegens een in aanbouw zijnde snelweg. We kregen lekkere koffie en een voorraad vijgen, mandarijnen en druiven voor slechts een paar euro. Daarna verder naar Spit. Het begon al later te worden en pas in donke kwamen we in Spit aan. Toch maar even naar de haven gereden om te kijken of er nog een veerboot naar Italië zou gaan, en jawel een uur later zou een boot naar Ancona vertrekken. Wij geboekt en meteen ook maar een hut bij genomen voor € 30 pp extra, dat zou in ieder geval een goede nachtrust opleveren.
Een paar lekkere biertjes gedronken en een een bijzonde goede en niet goekope maaltijd genoten.
(het kaartje geeft een route via Zadar, maar rechtstreeks Split - Ancona kon ook)

22 oktober Ancone naar Malcesine

De ferry komt om 8 uur aan, dus vroeg ontbijten en vertrekken naar het noorden. Na een tijdje op de "Autostrada" aangekomen en dan flink kilometers maken. De dag begon droog en koud, maar ging over in nat en koud. Gelukkig was het na de middag zonnig, zodat we toch nog weer wat konden opdrogen. Doorgereden naar Verona en daar in de oude binnenstad op een plein een goede maaltijd genoten met wat hete koffie. Paul was in een grijs verleden nog eens bij het Gardameer geweest in een goedkoop en goed pension. Dat hebben we maar opgezocht maar dat was helaas vol, dan maar bij de buurman. Deze heeft een goed en groot appartement met WiFi voor € 65,- dat moet dan maar kunnen. Dit keer waren we ruim op tijd voor donker binnen.



woensdag 19 oktober 2011

de boot gemist



18 oktober (2)

Lekker wezen eten in een eetcafé waar na een tijdje ook een band kwam spelen. Het werd er dus erg druk. Daarna in het
internetcafé gezocht naar alternatieve veerdiensten vanuit Albanië, maar die gaan in oktober helemaal niet. Dus toch morgen vertrekken met de motor door Albanië.

19 oktober de boot gemist.

Vroeg opgestaan en ingepakt en gereden naar de warme bakker, die ook koffie en broodjes verkoopt, gerund door een aardige mevrouw. Bijna konden we niet weg, want Otto's kabelslot wou niet meer open, uiteindelijk met de nodige WD30 toch nog gelukt. Uitstekende wegen langs de kust en over heuvels, met een mooi zonnetje erbij, dus het rijden was erg leuk.
Onderweg goede koffie met tosties gehad zo'n 50 km van de grens Griekenland-Albanië. Toen we daar aankwamen wachtte ons echter een onaangename verrassing, een rij auto's voor de grens waar geen beweging in zat. Ook het douanepersoneel staakte. Gelukkig konden we een aardige doaunier en een leuke douanière ervan overtuigen dat we nog een heel lange reis voor de boeg hadden. Ook waren ze wel geïnterresseerd in onze motoren. Na ongeveer 45 minuten oponthoud konden we dan toch doorrijden, terwijl alle Griekse auto's bleven staan. Daarna weer een erg leuke bergweg naar de kust waar we in een klein dorp voor € 20,- een prima kamer gevonden hebben. Een tentje er vlak bij had prima eten en we kunnen er ook ontbijten voor heel weinig geld.

dinsdag 18 oktober 2011

Patra

17 oktober naar Pata(s)

's Avonds nog een pizza gegeten en ijskoude rode wijn gedronken bij een restaurant waar het internet wilde werken, en daarna nog een Ouzo met een sigaar genomen.
Maandag tijd opgestaan en bij stralend zonnig weer naar een ontbijtplek bij het strand gegaan. Onbedekte hemel betekent ook flinke afkoeling, dus het was erg koud, ook 's nachts. Koffie met tosties kunnen krijgen en vervolgens afscheid genomen van de erg vriendelijke mevrouw van het pension. Eerst een stuk autosnelweg langs de kust en daarna binnendoor over de bergen. Begonnen met een brede bergweg met haarspeldbochten waar je 80+ kon rijden. De Garmin had vervogens een andere route in gedachten dan wij op de kaart hadden gezien. Op een gegeven moment reden we over eenbaanswegen en door boerendorpjes waar nauwelijks asfalt te vinden was. De wegen waren verder erg goed. Daarna toch weer via grote wegen langs de kust naar Patra. Dat ligt op de Peloponesos verbonden met het vaste land met een fraaie tuibrug met 4 pylonen. Naar de haven gereden met de ferries naar Venetië, maar helaas bleek dat in Griekenland een grote staking aan de gang was van overheidspersoneel, waarvan het havenpersoneel ook deel uitmaakte. Minstens 2 dagen zou er niet gevaren kunnen worden, zo mogelijk nog langer. De dag ervoor was er nog wel een boot vertrokken. We hadden juist voor deze overtocht gekozen omdat deze de afstand naar Venetië in 2 nachten en een dag aflegt, terwijl wij hier 3 à 4 dagen over zouden moeten rijden, een winst van 2 of 3 dagen dus, en uitgerust in Venetië aankomen. Een extra bijkomstigheid is, dat de motor van Otto beter niet te veel kilometers moet rijden met de provisorisch gerepareerde koppelingsbediening. Wanneer we rechtstreeks van Istanboel naar Bulgarije en verder door de Balkan waren gereden, dan waren we nu ongeveer 1000 km dichter bij huis geweest. Helaas volgen we hier vrijwel geen nieuws dus de staking kwam als een verrassing. We blijven hier nog maar een paar dagen afwachten, want meteen de volgende 2500 km op de motor afleggen is ook geen goede keuze.
We zitten in Spyros Rooms, een eenvoudig maar goed pension vlak bij de haven.

18 oktober

We zijn weer bij de haven geweest, maar er is geen goede kans dat we binnen een paar dagen kunnen vertrekken per veerboot. Wel wat inkopen kunnen doen in Patra en het is goed weer, Otto heeft een nieuw visier en een kabeltje voor de Garmin, ook nog wat goede olie kunnen inslaan bij een soort Praxis . Waarschijnlijk gaan we toch maar rijden hiervandaan, het definitieve besluit moet nog vallen, het internet in het pension doet het nog steeds niet, dus we moeten weer de stad in.

zondag 16 oktober 2011

Olympus


Grotere kaart weergeven


15 oktober vertrek uit Istanboel

Het regende en het was koud, met name 's morgens. Later werd het wat droger maar echt warm werd het niet. Niet veel problemen bij de grens. Het carnet hoefde niet te worden ingevuld, we waren al bekend in het computersysteem.
In Griekenland overnacht in een Hotelletje in Kimotini. we moesten wel even zoeken, maar zagen na een tijdje een extreem zijspan voor een cafeetje staan. Mario de eigenaar hiervan kon ons wel een simpel hotel wijzen, we moesten wel eerst even met hem samen een drankje nuttigen. Ook waren hier de Duits sprekende Natella en de Engels sprekende Sonja ons erg behulpzaam. Nadat we waren ingetrokken en daarna een diner hadden genuttigd zijn we nog even langs het café van Sonja en Natella gegaan, Mario was al vertrokken helaas. Hier hebben we onder het genot van een dubbele Ouzo nog wat gepraat met Natella en Sonja.

16 oktober van Kimotini naar Anatolikos Olympos

Op tijd opgestaan en zonder ontbijt vertrokken, want dat leverde het eenvoudige hotel niet. Onderweg wat koffie en tosties genuttigd. Het was wel koud (minder dan 10 graden, in Griekenland notabene), maar tenminste droog. Daarna doorgereden naar Tessaloniki, waar we bij een Starbuck Coffeeshop een mega cappuchino en koffie gedronken hebben. Hier scheen de zon even. Daarna verder, waarbij we bij toeval langs de berg de "Olympus" kwamen. Een onderkomen gezocht en gevonden in Anatolikos Olympos aan de kust. Om 17:00 uur waren we er.

vrijdag 14 oktober 2011

Otto naar de werkplaats en Paul naar de Grand Bazar en Cistern Baslica


14 Oktober

Otto's motor vanmorgen met een Transit busje opgehaald en samen met Otto naar een werkplaats aan de andere kant van de stad vervoerd. Paul is de Grand Bazar gaan bezoeken en die blijkt werkelijk heel erg groot te zijn. Een soort met koepels overdekte Kalverstraat met allerlei zijwegen en doorgangen. Goed mogelijk om hier de weg kwijt te raken, gelukkig had ik nog de miniHomer om bij een geheel andere uitgang de weg terug te kunnen vinden. Buiten gaan de winkeltjes gewoon verder. Het is vandaag regenachtig in Istandbul, dus een goede dag om overdekt te winkelen, dat vonden busladingen met andere toeristen ook. Van Otto begrepen dat de reparatie wel eens zou kunnen lukken, later hierover een wat definitiever bericht.
Paul intussen naar de Cistern Basilica gegaan de ondergrondse wateropslag die door de gewelven op zuilen veel van een Basiliek weg hebben. Bij terugkomst was Otto met motor weer bij het hotel. De operatie is grotendeels geslaagd, maar de koppelingsveren moesten wel minder strak waardoor de kans op slippende koppeling bij veel gas groter wordt.

donderdag 13 oktober 2011

Weer thuis

Ik (Marc) ben weer thuis aangekomen. Alles is vandaag vlotjes verlopen en ik werd op schiphol opgewacht door Dennis, erg leuk!
Otto en Paul: succes met de reparaties, ik blijf jullie natuurlijk volgen en baal toch wel een beetje dat ik de laatste kilometers met het vliegtuig gesmokkeld heb en niet meer bij jullie ben.

rondtoer door Istanboel

13 oktober rondtoer Istanboel met probleem letterlijk "in het zicht van de haven"


Het probleem van de bediening van de koppeling van Otto blijkt groter dan gedacht. De goede maat kogel moet gevonden worden. Na diverse winkels bezocht te hebben kiest Paul voor een bustocht per dubbeldekker door de stad en Otto zoekt eerst nog wat verder. De goede kogels worden uiteindelijk gevonden en Otto gaat per boot door de Bosporus en Golden Horn.
Later bij het hotel de koppelingspen doorgezaagd en de kogel tussen de helften gestopt. Helaas werd het probleem hierdoor alleen maar groten. Een misverstand in de communicatie was de oorzaak, bij nieuwere modellen past een veel grotere kogel die er niet voor zorgt dat de pen en kogel zoals bij Otto naar de zijkant van de as worden gedrukt door een teveel aan speling.
Een extra vervelende bijkomstigheid is, dat we net via internet een boot van Patra(s) naar Venetië hadden geboekt en betaald. De geplande aankomsttijd in Patras komt nu wel erg in het gedrang. Morgen moet de pen vervangen of gelast worden en ook een hefboompje op de bedieningsas die met een bout is geborgd moet worden gereviseerd, anders kan Otto de koppeling niet meer bedienen. Hierin gaat zeer waarschijnlijk zeker een dag werk in zitten, met het vinden van een juiste werkplaats en de juiste mensen om te helpen. Morgen meer nieuws.

woensdag 12 oktober 2011

Aya Sofia en Blue Mosque in Istanboel


Grotere kaart weergeven

12 oktober Aya Sofia en Blue Mosque in Istanboel

Redelijk uitgeslapen zodat we nog maar net op tijd waren voor het ontbijt. Otto's koppelingspen geïnspecteerd en geconcludeerd dat vervanging of reparatie toch wel belangrijk is. Na wat onderzoek blijkt dat doorzagen van de pen en een stalen kogel tussen de delen een goede methode is. Nu nog een passende kogel vinden.
Eerst maar eens eens een bezoek aan de Aya Sofia en Blue Mosque brengen, beide op loopafstand van het hotel. De Aya Sofia die oorspronkelijk gebouwd was als Christelijke kerk, is van binnen rijkelijk versierd. Wij als techneuten kijken natuurlijk ook speciaal naar de architectnosche aspecten van een bouwwerk met één van de grootste koepels in de wereld. Het geheel is bijzonder indrukwekkend. De AS is later omgebouwd tot moskee en voorzien van minaretten, sinds 1935 is het een museum.
De Blue Mosque is op gezette tijden gesloten voor toeristen wegens de gebedstijden. De laatste opening om 16:45 hebben we nog mee gekregen. Totaal anders dan de AS. Je moet je schoenen uitdoen en de complete vloer is bedekt met een tapijt. De ramen zijn gedeeltelijk gebrandschilderd, maar dat is dan ook de enige versiering. Architectonisch echter niet minder indrukwekkend dan de AS. Later nog naar de haven gelopen en onderweg nog een lagerring met kogels voor de koppeling van Otto op de kop kunnen tikken. Goed kunnen eten in een eenvoudige tent, daarna dure koffie in een wat chicker restaurant. Nu weer een biertje in de bar van Paris Otel.

Morgen Nederland!?

Het lijkt gelukt om morgen naar Nederland te vliegen. Om 8.15 stond er een mannetje bij het hotel die de motor op een vrachtwagen heeft gezet. Deze hebben we naar een schuurtje ergens in Ankara gebracht (foto's en adres bekend!). Daarna naar de douane waar ik een papier kreeg van een enigszins Nederlands sprekende zoon van een voormalige gastarbeider. Hij had in Den Bosch zijn jeugd doorgebracht. Het is me wel verteld dat de motor nog in mijn paspoort staat en dat ik hem dus zelf over de grens moet brengen. Dit zal ik later nog eens haarfijn uitzoeken. Hij mag een maand gestald blijven.
Om 10.45 was ik weer in het hotel en kon mijn vlucht boeken. Helaas was de beste optie een vlucht om 13.00 en dit is me niet meer gelukt. Nu vlieg ik morgenvroeg om 9.10 lokale tijd en ben mooi in de middag in Nederland. Zal nog wel een berichtje schrijven of dat gelukt is.
In Nederland maar eens nadenken over de repatriëring van mijn motor, daar hangt namelijk een forse borgsom aan vast!

dinsdag 11 oktober 2011

Van Göreme naar Istanbul


Grotere kaart weergeven


9 Oktober Otto en Paul naar Ankara

Otto en Paul zijn vanuit Göreme naar Ankara vertrokken, via de kloof van Ihlara. Daar weer een lekkere forel gegeten. Marc ontmoet in Ankara, zoals Marc ook al heeft beschreven. Bij het buurhotel geslapen, dat veel goedkoper was dan dat van Marc, maar toch voldoende comfort bood, het ontbijt hebben we nog samen met Marc genoten.

10 Oktober Ankara naar Akçakoca

Na het ontbijt eerst naar een motorzaakje geweest dat we de vorige dag hadden gezien.  Otto heeft dringend een nieuwe koppelingsdrukpen nodig. We moesten wel eerst ruim een half uur door de stad zwerven om via de eenrichtingswegen de weg weer terug te vinden. Het bleek een bijzonder interessant zaakje, die een stuk of 15 BMW's GS 80/100 (off road model) van het leger of politie had staan, weliswaar in matige toestand. Ook wist hij wel een zaakje voor Triumph onderdelen, maar na telefonisch contact bleek deze de pen niet te hebben. Al met al waren we om 11 uur Ankara nog niet uit. We besloten via de kust te rijden, vanaf Devrek via een klein binnenweggetje. Dat was een schitterend weggetje, alleen moest hier en daar nog wat worden gerepareerd. We moesten op een gegeven moment ruim een kwartier wachten totdat een bulldozer een stuk zand had ge-egaliseerd. Hele mooie route, maar dat nam meer tijd in beslag dan gepland. Uiteindelijk gestopt in Akçakoca waar we even van de hoofdroute richting strand van de Zwarte zee reden en vrijwel direct een prima pension vonden. Niet te duur voor Turkse begrippen en toch alles er op en eraan. Alleen de WiFi wilde niet werken, vandaar dat dit bericht nu pas komt. Nog wat gaan eten in de buurt en bij een plaatselijke Migros wat bier en wijn ingeslagen. Op het terrasje van het pension nog een lekker biertje gedronken bij het geluid van de brekende golven van de Zwarte Zee.

11 Oktober van Akçakoca naar Istanboel

Otto was vroeg opgestaan voor een wandeling langs het strand, Paul is nog even blijven liggen. Mooi weer voor foto's maar ook een regen/onweersbui kwam voorbij.
Ook hier was weer een goed ontbijt bij de prijs inbegrepen. Daarna vertrokken richting Istanboel. Ook weer de snelweg vermeden en langs de kust gereden. Mooie plaatsjes met vissershavens gezien. Het weer viel eigenlijk heel erg mee, gezien de sombere voorspellingen, alleen wat miezerregen meegemaakt. Omdat we weer op zeeniveau zitten is de temperatuur aanzienlijk hoger dan we tot nu toe gewend waren.
Aangekomen in Istanboel eerst naar een hotel uit Lonely Planet gezocht. Via de Garmin door de allerkleinste straatjes geleid en uiteindelijk bij het hotel in het oude centrum aangekomen. Helaas zat het vol. Vlak daarvoor nog een ander budget hotel gezien. Daar was wel plek. We zitten nu in de kelder van dit ho(s)tel een lekker biertje te drinken en dit stukje te schrijven. De kamer is vrij klein, maar verder van alle comfort voorzien, inclusief WiFi in het hele hotel dus inclusief de bar beneden.
Straks ergen eten en morgen de belangrijkste touristische sites bekijken.

Update van de situatie in Ankara

Vandaag is bekend geworden dat ik morgen om 8.30 uur met iemand naar de douane ga om de motor uit mijn paspoort te laten halen. Dan kan ik in elk geval het land verlaten! Daarna gaan we naar de andere kant van de stad om de motor in depot te laten zetten waar hij maximaal een maand mag blijven staan. Dit vooropgesteld dat ik alles goed heb begrepen uit het gebrekkige engels dat wordt gesproken. Daarna kan ik mijn terugvlucht gaan boeken. Ik verwacht echter niet voor donderdag een vlucht te hebben.
Morgen stappen in de goede richting?

maandag 10 oktober 2011

Situatie ongewijzigd

Gisteravond Paul en Otto weer ontmoet. Lekker met zijn drieën uit eten geweest. Zij zijn vandaag vertrokken met bestemming Istanbul. Ik ben toch een beetje bij ze want Paul draagt de broek van mijn motorpak en Otto de jas.
Voor mij was het een dag met veel heen en weer gebel, zowel met Nederland (verzekering, hulptroepen e.d.) en Turkije (de lokale agent van de alarmcentrale). Het is allemaal nog niet zo makkelijk. De verzekering wil de motor nite terug naar Nederland brengen omdat de restwaarde daarvoor te laag is. Aan de andere kant is het verschrotten in Turkije zeer lastig qua papierwinkel. De ADAC, waar we een vervoersdocument hebben afgesloten, wenste me zelfs veel sterkte omdat Turkije wel een heel lastig land is voor deze afhandeling. Ze adviseerden de motor toch Europa binnen te brengen om hoge kosten en vooral ondoordringbare administratieve rompslomp te voorkomen. Liesbeth en ikzelf hadden ondertussen de nodige transportbedrijven benaderd: allemaal willen ze hun handen er niet aan branden.
Ik heb geconcludeerd dat ik de motor zelf op de een of andere manier naar Nederland moet vervoeren. Ofwel met een busje vanuit Nederland naar Ankara en weer terug, mogelijk met assistentie van Remco, die daar niet direct afwijzend tegenover stond. Hoe en wat precies is van later zorg. Nu schijnt eerst de motor naar de douane te moeten, die hem in quarantaine zet en voor maximaal een maand uit mijn paspoort verwijdert. Alleen op deze wijze wordt mijzelf toegestaan Turkije zonder motor te verlaten. Nu wacht ik op telefoon van de alarmcentrale die me gaat vertellen hoe dit in zijn werk gaat, wanneer en of er al een moment valt te prikken dat ik terug kan vliegen.
Niet al te boeiende reisverhalen van mijn kant, maar ter info voor het thuisfront.

zondag 9 oktober 2011

Over en uit...

Zoals al duidelijk is geworden is het voor mij nu echt einde oefening. De motor reed van Ürgüp naar Ankara fantastisch goed. Goede weg en ik schoot lekker op. Voorbij Ankara gereden, met een prachtig uitzicht op de stad. Hele nieuwe wijken zijn op de heuvels uit de grond gestampt. 50 km na Ankara sloeg het noodlot (opnieuw) toe. Een vreselijk geratel uit het motorblok en hij stopte acuut. Gelijk de opgelaste klepstelbout gechecked, maar deze zat nog vast. Het geluid was heel herkenbaar; een drijfstang die van voor naar achter tegen het carter valt. Bij controle van de zuiger bleek deze inderdaad niet meer te bewegen terwijl de krukas wel draaide: diagnose, gebroken drijfstang. Dit betekende inderdaad einde avontuur want zo'n reparatie, met wat verder nog beschadigd zou zijn, is qua tijd niet haalbaar. Het wordt namelijk hoog tijd dat ik weer aan het werk ga.
Terug naar Ankara gelift met een busje die tegen betaling ook de motor wel wilde meenemen.
Ik werd gedropt bij een hotel in een buurt waar ik eigenlijk niet wilde zijn. Een zeer smoezelig hotel, waar het water het meer niet dan wel deed.
Eerst maar eens steunpunt Enschede, Jolanda Gilara gebeld, zij is nogal goed in het regelen van dingen als repatriëring. Ze ontdekte dat ik hiervoor verzekerd ben en de FBTO is aan het werk gezet. Helaas is het weekend geworden zodat er tot maandag niets gebeurt en ik de dagen stuk moet zien te maken. Het is de vraag of ze de motor terug naar Nederland brengen i.v.m. de kosten en restwaarde van de motor. Ook schijn ik zelf niet alvast terug te kunnen vliegen omdat ik niet zonder de motor het land kan verlaten. Daarvoor moeten er eerst douane afhandelingen plaatsvinden. Het huren van een busje om zelf met motor en al terug te rijden is niet gelukt omdat je een turks busje van bijvoorbeeld Avis niet zonder hoge retourkosten van Nederland naar Turkije kunt huren. Morgen maar even afwachten dus.
Vandaag naar een ander, en ook heel veel duurder, hotel verhuisd. Heb ik tenminste een schone kamer met toilet en stromend water, dat heb ik wel verdiend dacht ik zo.
Ik hoop dat Paul en Otto gaan overnachten in Ankara, kunnen we samen mooi gaan eten.
Ik heb hier een werkend internet dus zal jullie van de vorderingen op de hoogte houden. Ik hoop de motor in Nederland weer te kunnen ontvangen, het is een persoonlijke strijd geworden met het ding: ik zal en moet hem weer in orde krijgen en laten zien dat hij ook best betrouwbaar kan zijn. Alle sores komt volgens mij door steeds de voorgaande, niet altijd even zorgvuldige, reparatie. De reis tot Ankara was echter fantastisch met een hele goede onderlinge sfeer, ook na 11 weken op elkaars lip gezeten te hebben.

zaterdag 8 oktober 2011


Grotere kaart weergeven

8 Oktober Göreme

Otto heeft nog wat kleine probleempjes met het bedieningsmechanisme van de koppeling, maar dat lijkt oplosbaar of niet zo heel erg. We moeten verhuizen uit hotel Elvan, want dat zit nu helemaal vol met voornamelijk Fransen. We zitten nu in hotel Köse in Göreme. Eerst nog even naar Zelve openluchtmuseum gereden, waar het nu op zaterdag helemaal vol staat met touringcars en auto's, toch valt er nog goed door heen te lopen. Vervolgens naar de volgende parkeerplaats waar de zogenaamde "Fairy chimneys" op zijn best zijn. Paul zit nu bij het zwembad van het hotel en Otto maakt een tour naar Derinkuyu om een ondergrondse stad te bezoeken, Paul had deze al gezien. De bewolking neemt al toe en morgen zal het wel minder goed weer zijn.
De bedoeling is om morgen via Ihlara Valley naar Ankara te rijden, misschien ontmoeten we Marc daar nog, we hebben nog geen contact met hem gehad. Bij de bezienswaardigheden barst het van de souvenirwinkeltjes en we hebben daar dan ook maar het een en ander ingeslagen, tassen, nomad mutsen en een schaaltje en dergelijke. We proberen ook nog ergens een paar van de typisch Turkse theeglazen op de kop te tikken, hopenlijk komnen die dan heel over.
8 Oktober Göreme

Otto heeft nog wat kleine probleempjes met het bedieningsmechanisme van de koppeling, maar dat lijkt oplosbaar of niet zo heel erg. We moeten verhuizen uit hotel Elvan, want dat zit nu helemaal vol met voornamelijk Fransen. We zitten nu in hotel Köse in Göreme. Eerst nog even naar Zelve openluchtmuseum gereden, waar het nu op zaterdag helemaal vol staat met touringcars en auto's, toch valt er nog goed door heen te lopen. Vervolgens naar de volgende parkeerplaats waar de zogenaamde "Fairy chimneys" op zijn best zijn. Paul zit nu bij het zwembad van het hotel en Otto maakt een tour naar Derinkuyu om een ondergrondse stad te bezoeken, Paul had deze al gezien. De bewolking neemt al toe en morgen zal het wel minder goed weer zijn.
De bedoeling is om morgen via Ihlara Valley naar Ankara te rijden, misschien ontmoeten we Marc daar nog, we hebben nog geen contact met hem gehad. Bij de bezienswaardigheden barst het van de souvenirwinkeltjes en we hebben daar dan ook maar het een en ander ingeslagen, tassen, nomad mutsen en een schaaltje en dergelijke. We proberen ook nog ergens een paar van de typisch Turkse theeglazen op de kop te tikken, hopenlijk komnen die dan heel over.

Weer (even) met zijn drieën


Grotere kaart weergeven


6 Oktober Mustafapasa

Weer een rondritje gemaakt in de omgeving. Het buurdorp Mustafapasa bezocht en wat uitzichtpunten. Op één van de heuvels op een zandpad raakte Marc achterop en Paul reed na een tijdje wachten terug. Helaas de juiste afslag gemist en Marc niet teruggevonden. Paul dacht dat we in die tijd zeer waarschijnlijk langs elkaar heen waren gereden. We hadden afgesproken in Göreme te gaan kijken en mogelijk daar nog een Quad toer te doen. Paul dus maar vast doorgereden naar Göreme. Daar wat rondgekeken, maar Marc niet gevonden, terug op het terras van Ürgüp goed zichtbaar op het centrale terras dan maar wat bier gedronken en hopen dat Marc, maar ook Otto dat zou kunnen zien. Helaas na 3 biertjes wachten nog geen resultaat. Later arriveerde toch Otto bij het hotel en had heel wat te vertellen over zijn rit van Tatvan naar Ürgüp. Ook Marc kwam toen aanrijden, maar zag er niet zo gelukkig uit. Zìjn motor was midden tussen wijngaarden blijven staan met een los tuimelaarblok. Eén bout losgedraaid en 2 anderen gebroken, juist op het moment dat Paul doorreed en de motor zich in een diepe kuil tussen de heuvels bevond. Marc zal zelf hierover nog wel wat te melden hebben, want op het moment van schrijven is hij hier niet meer aanwezig.
Gezellig met Otto samen nog wat gedronken en gegeten.

7 Oktober Ürgüp

Marc zijn tijd raakt op en vertrekt alleen richting Istanboel. Otto en Paul willen wat meer tijd nemen voor de terugreis. Otto heeft natuurlijk wel wat te sleutelen dus eerst maar eens naar de plaatselijke werkplaatsen om de speling uit de wielen te halen en het balhoofd te stellen. Vervolgens ging de achterband ook nog eens lek, dus voor 15:00 konden we niet vertrekken om wat van de omgeving te zien. Naar Göreme gereden om daar een overnachtingsplek te zoeken, want hotel Elvan in Ürgüp was het hele weekend compleet volgeboekt.
Hier nog wat met een een Amerikaanse Taiwannees gekletst over de Otto's Triumph en wat Nederlanders ontmoet. Uiteindelijk in donker weer terug naar Ürgüp.
Marc aan de telefoon gehad uit Ankara. Daar had het noodlot definitief toegeslagen: de drijfstang was gebroken, gelukkig niet meteen het hele carter vernield. Ook nog eens in een deel van de stad waar vrijwel niemand Engels spreekt. Gezamenlijk gaan we naar een oplossing zoeken om de motor en Marc te repatriëren.

woensdag 5 oktober 2011

ondergrondse stad en diepe kloof


Grotere kaart weergeven



5 oktober ondergrondse stad in Derinkuyu en kloof bij Ihlara

Gisteravond Rutger en Cathalijne ontmoet, een gezellig stel uit het Brabantse land. Tijdens een etentje diverse ervaringen uitgewisseld. Kijk voor hun reis op http://www.110overland.nl. Marc heeft intussen een achterband weten te bemachtigen.
Vanmorgen heeft Marc de nieuwe achterband gemonteerd en een telefoontje gehad van Otto dat hij zich weer beter voelde en vermoedelijk weer op weg zou gaan richting Ürgüp. Als alles goed gaat verwachten we hem morgen middag. Ondertussen maar weer wat toeristische informatie ingewonnen en een ritje gemaakt naar het zuidwesten.
Eerst naar één van de ondergrondse 'steden' die vroeger (= ±  2000 B.C.) werden gebruikt als schuilplaatsen voor de vijand. In de ondergrondse stad waar wij waren konden wel 10.000 mensen het een half jaar uithouden inclusief vee. Hier was ook een leuk eettentje waar we Turkse koffie kregen met een pizza en de beschikking kregen over een waterpijp.
Vervolgens naar Ihlara waar één van de grootse en diepste kloven van Turkije is. Leuke weg er naar toe, wanneer alles meezit met converteren is dit zelfs op een stukje video te zien. Restautantjes op steigertjes in de stroom. Hier hebben we een heerlijke forel verorberd die waarschijnlijk onlangs uit de stroom gehaald is.
Daarna weer terug naar Ürgüp toch wel weer een rit van 100 km die we net voor zonsondergang konden voltooien. Het begon weer koud te worden op de motor.
Marc heeft naar nog wat oorzaken van het lage vermogen en hoge benzineverbruik gezocht, maar niets kunnen vinden.
We genieten nu van een glaasje (relatief goedkope maar toch lekkere) rode wijn op onze hotelkamer.

dinsdag 4 oktober 2011


3 oktober van Malatya naar Ürgüp
Voor het wegrijden uit Malatya wilde Marc nog even het timingdeksel openen om te zien of de monteur in Bam in staat was geweest om de tandwielen niet juist uit te lijnen. Er zat echter zoveel leemachtige modder op het blok dat openen geen goed idee was. Dan maar weer verder met een laag vermogen en hoog brandstofverbruik. Waar de motor van Paul 1:35 kan halen moet Marc het met meer dan 1:25 doen. Echter nog vaker dan benzine tanken moet er olie in Marc's motor worden bijgevuld.
Geen spectaculair rit over 4 baans wegen over de Turkse hoogvlakte op gemiddeld meer dan 1200 meter, maar ook met passen van ongeveer 2000. De 4-baans wegen hebben dan toch wel weer leuke bochten.
De achterband van Marc begint ook wel erg op te raken en moet zeker voor Istanboel worden vervangen. Helaas zijn in Turkije niet veel motoren te vinden en is de afwijkende maat van 3,50 x 19 al hel € emaal moeilijk te vinden.
In Loneley Planet Hotel Elvan opgezocht en met niet veel moeite in Ürgüp gevonden. Een erg leuk eeuwen oud gebouw dat einigszins doet denken aan het hotel van Raju in Udaipur India. Een kamer met 4 bedden moest voor 2 personen 80 TL (= 32 €) 
Bij het naderen van Ürgüp in Cappedocia hadden we niet de indruk een bijzonder landschap in te rijden, toch is het hier bijzonder toeristisch, voor de afwisseling wel eens leuk.
Op het grote plein vlak bij het hotel nog een paar Efes biertjes genuttigd bij de ondergaande zon en vervolgens naar een leuk restaurant gegaan. Hier hebben we Testi Kebab (zoek maar op in Google) gegeten, waarschijnlijk de lekkerste maaltijd van de vakantie tot nu toe.
Helaas van Otto vernomen dat hij nog steeds niet beter is en nog niet is gaan rijden. We zullen hem hier opwachten, er is hier waarschijnlijk voldoende te doen en te bezichtigen

4 Oktober rondrit in Cappedocia

Op tijd aan het ontbijt verschenen en eerst maar weer eens aan de motoren sleutelen. Bij een hoge druk spuit de boel schoon gemaakt en het distributiedeksel van de motor van Marc er af gehaald. Helaas bleek alles goed te staan anders was de oorzaak van het slechte lopen bekend geworden. Beide motoren zien er nu wel weer blinkend uit.
Hierna een stuk door het bekende deel van Cappedocia gereden en meteen was duidelijk wat het hier bijzonder maakt. Allerlei pyramide of puntvormige (je kunt er ook andere associaties bij hebben) rotsen die in het landschap staan en uitgeholde stukken berg waarin vroeger woningen waren. Een prachtig gezicht, zie de foto's. Onderweg nog een Nederlandse Landcruiser tegen gekomen, waarvan we even dachten dat het Rutger en Catheleine waren die we aan het eind van deze dag zullen ontmoeten voor een gezamenlijk diner. Het bleken echter Kees en Nathalie de Visser te zijn (http://www.keesnathalie.nl/) die een jaar lang op reis gaan.
Een eind verder kwamen we bij een motor/quad verhuurder even stil te staan en werden door een goed Engels sprekende man aangesproken die het geluid van Royal Enfield meteen herkende. Hij dacht dat we de machines voor ongeveer € 500 in India gekocht haddden. Waarschijnlijk is het bedrag voor de losse onderdelen die nodig waren veel hoger dan de aanschafprijs die deze man in gedachten had. Hij had echter wel een idee hoe we aan een buitenband zouden kunnen komen. Nog even afwachten of dit ook werkelijk goed komt, anders moeten we er 1 of 2 in Ankara bestellen.
Morgen gaan we naar een ander deel van Cappedocia. Hopelijk is Otto vandaag of anders binnenkort in staat om ook hier te komen. We kunnen hem dan een verkorte toer gegen door het voor ons dan al bekende gebied. Voorlopig is het hier goed uit te houden in dit leuke stadje met een uitstekend hotel met heerlijk liggende bedden. 

zondag 2 oktober 2011


Grotere kaart weergeven


2 oktober van Tatvan naar Malatya,

Het werd natuurlijk eens tijd dat er een kaartje in de berichten terecht komt, het blijkt eigenlijk erg makkelijk te zijn.
Vanmorgen weer een goed ontbijt gehad, maar van Otto die in een buur hotel slaapt een telefoontje gekregen dat hij een ernstige vorm van buikgriep had en waarschijnlijk niet zou kunnen gaan rijden. Het kan aan de vis gelegen hebben maar ook aan het feit dat hij ongeveer 3 x zo lang in de ijzige kou heeft gereden als Marc en Paul. Gelukkig kan Otto wat sneller rijden (met zijn 56 jaar oude motor) dan Marc en Paul met hun motoren van bouwjaar 2004 en 2009. Besloten om Otto weer achter te laten en Marc en Paul vooruit te laten rijden. Gelukkig hadden de weersvoorspellers het juist gezien en de zon scheen volop, hoewel het nog best wel fris buiten was. Om half 10 zijn Marc en Paul vertrokken met het doel Elazig. Ondanks het gebrek aan vermogen bij lage toerentallen en het enorme verbruik van de motor van Marc toch goed opgeschoten, dankzij de goede wegen en het prettige weer. In Elazig weer een Döner tentje opgezocht en een heerlijk brood(je) gegegeten en besloten om nog maar 100 km verdernaar Malatya te rijden.
Hier via Lonely Planet bij het Yeni Hotel aangekomen midden in het centrum van deze vrij moderne westers aandoende stad. We blijven er maar één nacht, dus veel zullen we er niet van zien.
Wel kunnen we nu weer foto's opladen al zal dit pas na het eten gebeuren (na 22:00 uur plaatselijke tijd)
http://picasaweb.google.com/2enfields1triumph

zaterdag 1 oktober 2011

naar Tatvan


1 oktober van Van naar Tatvan

Op tijd opgestaan en weer van een uitstekend ontbijt genoten. Dit keer was dat binnen omdat het buiten te nat en te koud was. Een afspraak met Otto gemaakt om elkaar in Tatvan te ontmoeten aan de westkant van het meer van Van, dat groot genoeg is om het IJselmeer te kunnen bevatten. Bij het oppakken van de motoren, in de regen, bleek dat de achterband van de motor van Marc leeg stond, gelukkig stonden we onder een afdak. Achterwiel eruit en de binnenband die we de vorige avond hadden geplakt gemonteerd. Helaas stond korte tijd erna de band weer leeg. Het bleek dat behalve de popnagel, die er natuurlijk uitgehaald was nog een stukje staaldraad, zoals in een gaskabel, in de buitenband was blijven steken. Dus nog maar een plakker op de band. Al met al zo'n 2 uur werk. De afspraak met Otto zou wel eens niet meer gehaald kunnen worden. Het leek wel even droog toen we wegreden, maar dat was slechts van korte duur. Ook de temperatuur was erg laag, het meer van Van ligt op 1750 meter hoogte, hier is de termperatuur zo'n  12 graden lager dan op zeeniveau. De weg naar Tatvan loopt niet langs de rand van het meer maar gaat nog over een pas van 2500 meter hoogte. Kortom de rit was volgens sommige de koudste tot nu toe of was net iets minder koud dan de rit over de  Tanlan la in de Himalaya. Marc en Paul kwamen om een uur of 2 na 150 km rijden totaal onderkoeld in Tatvan aan en besloten niet verder te rijden. Otto had ook al meegedeeld dat dit zijn einddoel zou worden voor deze dag.
Marc en Paul zijn eerst wat opgewarmd in een een Dönertent met 4 koppen thee en een portie döner en hebben vervolgens een hotel gezocht, wat hier niet zo moeilijk bleek te zijn. Contact met Otto was tijdelijk niet mogelijk.
Dan maar wat boodschappen en een wandeling langs de "boulevard"  van het meer. Hier bleek een goed restaurant te zijn waar ze bier konden schenken. Na he 2e biertje kregen we Otto aan de lijn die ook in Tatvan was gearriveerd, hij had al een hotel, een andere als Marc en Paul, maar wel vlak in de buurt. Otto naar het restaurant gedirigeerd en daar hebben we een heerlijk vismaaltijd verorberd samen met een fles wijn. De rekening viel eigenlijk nog best mee.
Het was te koud om foto's te maken, dus nieuwe foto's volgen later. Hierna kunnen we weer met zijn drieën verder rijden, de voorspellingen voor het weer zijn beter, maar we moeten even afwachten of deze ook uit gaan komen.

vrijdag 30 september 2011

Urimiye en Van (Turkije)


29 september van Urmiye naar Van (Turkije)

De data van de vorige berichten lopen een dag voor merk ik nu. Deze is dus van donderdag 29 september.
Marc en Paul rijden naar de de Iraans - Turkse grens bij Esendere. Precies bij de douane aan de Iraanse kant merkt Marc dat zijn achterband lek is. Marc begint met de binnenband te wisselen met behulp van enkele omstanders en Paul regelt vast de Carnets voor de motoren. Dat ging hier wonderbaarlijk snel, dus Paul kon Marc nog ruimschoots helpen met het monteren van de buitenband. Vervolgens moesten we nog een stuk of 4 loketjes langs (waar overigens een kachel brandde) voordat we door het hek konden. Dit deel heeft ongeveer 3 kwartier geduurd, en we dachten dat de Turken misschien wel vlotter zouden zijn, zodat dit een relatief snelle grensovergang kon worden. Het tegendeel bleek het geval. We hebben zeker 20 kastjes en muren gezien, de computer van de douane had kuren en de amtenaar die hem moest bedienen raakte duidelijk over zijn toeren mede dankzij het feit dat er ook zo'n  25 vrachtwagenchauffeurs voor het loket stonden te dringen. Aan de lange rij vrachtwagens te zien zou het best kunnen zijn dat ze er al een paar dagen stonden. Al met al hadden we meer dan 2 uur nodig voordat we verder konden rijden.
Meteen na de grens leek het wel weer India kwa wegkwaliteit. Van asfalt was geen sprake en de gaten waren weer diep en volop aanwezig. Als dit zo door zou gaan dan zouden we Van nooit voor donker kunnen halen. Gelukkig bleek het voornamelijk om wegonderhoud te gaan en verderop werd het aanzienlijk beter. De bergen waren direct na de grens ook meteen aanzienlijk groener door de begroeing. Vervolgens kwam er een weg door een rivierdal, waarin daadwerkelijk een flinke hoeveelheid water liep, die werkelijk schitterend was om over te rijden. We bleven stijgen tot ongeveer 2700 meter en het werd steeds natter en kouder. Zo koud hadden we het sinds de Himalaya niet meer gehad.
Uiteindelijk toch ruim voor zonsondergang in Van aangekomen.
Eerst een warme douche genomen om weer op temperatuur te komen en dan genieten van 2 halve liters bier (pp). Ook draadloos internet is aanwezig in hotel Azur. Daarna gedineerd in een aangrenzend restaurant.

30 september Van

Een werkelijk heerlijk ontbijt (lopend buffet) gehad in een open restaurant, waar gelukkig wel een dak op zat, want het regende en het was gewoon koud.
Later wat door de stad rond gelopen om nog wat benodigdheden te halen met een dikke trui aan. Gezocht naar onder andere  een regenbroek voor Paul, omdat de oude ergens in Iran van de motor gewaaid is, natuurlijk net toen hij achteraan reed. Deze hebben we overigens niet gevonden.
Daarna nog wat aan de motoren gesleuteld. Paul zijn inlaatklep bleek door meneer Mohan in India toch wel wat strak te staan terwijl  de kleppen van Marc juist wat veel speling hadden. Helaas sloeg het noodlot hier weer toe. Bij het aandraaien van de borgmoer voor de uitlaatklep brak de stelbout van Marc. Na flink wat omzwervingen door het industiegedeelte van de stad Van zijn we bij een werkplaats terecht gekomen die een nieuw stuk draaideind op de stelbout kon lassen. De rit van morgen moet bepalen of dit heel gaat blijven het komende deel van de tocht.
Hierna nog een oud kasteel (ruïne) bezocht die het vroegere Van verdedigd moet hebben en waar je ook een prachtig uitzicht had over het meer en de stad. Ook konden we hier met sneeuw bedekte bergtoppen zien. Van ligt overigens op ongeveer 1700 meter msl.
Het internet loopt zoals vermeld soepel en snel zodat we straks weer up to date zijn met de foto's.
We hebben ook een reactie gehad van Aashish die kennelijk toch heel erg genoten had van het ritje naar de Khardum La. Hij wilde graag de filmpjes hebben die we daar gemaakt hebben. Met deze internetsnelheid behoort dat waarschijnlijk wel tot de mogelijkheden.
Om een uur of 3 bericht van Otto gehad dat hij aan de grens stond, waarschijnlijk nog aan de Iraanse kant. Wanneer hij net zoveel tijd nodig heeft om er over te komen als wij, zal hij Van niet voor donker kunnen halen, we wachten af.
Straks gaan we weer aan het bier, wat overigens best prijzig is evenals de kamer en het eten. Ook de benzineprijs ligt hier weer op Nederlands niveau terwijl het in Iran ongeveer 45 cent/liter was.
We hopen dat Otto dit ook snel te zien krijgt, want een lekker biertje zal hem ook wel hier heen kunnen lokken.

donderdag 29 september 2011

Esfahan en verder


27 september Esfahan

Onder begeleiding van één van de mensen die we de vorige dag ontmoet hadden zijn we het centrum van Esfehan gaan bezoeken. Natuurlijk het Imanplein met het aanliggende paleis en de Iman Moskee. Verder hebben een aantal koppen thee gedronken in een zeer interessant theehuis waar het hele plafond is behangen met allerlei junk. Het staat beschreven in Lonely Planet, maar zonder de gids zouden we waarschijnlijk veel moeite hebben gehad om het te vinden. Ook een tijdje door de  bazaar gelopen, een aaneenschakeling van kleine winkeltjes in een overdekte galerij. Paul vond zag hier een kruk met een mooi tapijtje dat door de eigenaar zelf werd gebruikt. Later een soortgelijk artikel gevonden dat eigenlijk een zoutzak bleek te zijn. Op een gegeven moment kwamen we de Zwitserse dames Celine en Fabienne weer tegen die we ook al in Kerman hadden ontmoet. We hebben een afspraakje met ze gemaakt om gezamenlijk te dineren en een kopje thee bij ons in het apartemen. Het diner was gezellig de teaparty liep uit op een uitgebreide e-mail correspondentie van madame Celine, die zelf geen computer had.

28 september van Esfehan naar Abhar

Bij zonsopgang opgestaan en met alleen een kopje thee als ontbijt op weg. Nog wel even een paar foto's gemaakt van het plein in de ochtendzon.
Een niet echt boeiende rit maar wel ruim 500 km afgelegd. Abhar is geen wereldstad dus toen ons een hotel werd aangewezen zijn we direct ingetrokken. We werden verwelkomd door echte giecheltrien en twee andere dames die ook met een outfit als bij ons nonnen uitgedost waren. We konden er ook eten, dat bestond uit het standaard Iraanse menu: kippestukken aan een spies en een soor kebabworstje met rijst en brood plus een gebakken tomaat en wat stukjes paprika.
Otto had intussen een flinke ratel in zijn versnellingsbak en wilde dat toch wel graag de volgende dag oplossen. Bovendien wilde Otto erg graag naar de Kaspische Zee kust en wilden Marc en Paul liever naar het meer van Urmia. Besloten werd om weer een splitsing te maken en elkaar weer te ontmoeten in het Turkse Van, dat ook aan een meer ligt,

29 September Marc en Paul van Abhar naar Urmia (Oermia, Urmiye of Oroemije)

Vroeg vertrokken en Otto in Abhar achter gelaten.
Eerst ook veel snelweg gereden (max 90 km/h) maar dat schiet toch goed op. Mooie wolken boven de bergkammen, die lijken alsof de toppen besneeuwd zijn. Voor het eerst sinds de Himalaya was het gewoon weer echt koud. De eerste stop hebben we warme thee gedronken en cakejes gegegeten en zo veel mogelijk in de zon gezeten. Dat was een hele tijd geleden, anders was het altijd direct een schaduwplek opzoeken. Pas om een uur of 2 werd het weer een beetje warmer. Koukleum Otto zal hier ook wel mee te maken krijgen.
Later op wegen gereden die vergelijkbaar zijn met onze N wegen en ten slotte bij het meer van Urmia aangekomen. Het leek aanvankelijk erop dat dit droog zou staan, maar toe we dichterbij kwamen, bleek er toch water in te zitten. Nadere inspectie van het strand bracht aan het licht dat dit uit zout beston, en ook in het meer waren zouteilandjes te zien. Je mocht er niet in zwemmen, maar daar hadden we bij die temperaturen eigenlijk ook niet echt zin in.
Na wat omzwervingen in de stad Urmia werden we eerst naar een privé huis geleid, maar dat leek toch niet echt wat. We zouden dan in de woonkamer van een groot gezin op een paar slaapbanken terecht komen. Dan toch maar naar het beoogde hotel begeleid. Daar ontmoetten we een Nederlands stel dat onderweg was met een Toyata Landcruiser. Zij reisden al twee maanden in de andere richting. We konden dus mooi wederzijds wat ervaringen uitwisselen onder een gezamenlijk diner.
De volgende dag 100 km rijden tot de Turkse grens en dan verder naar Van.

Herenigd in Esfehan


26 september van Persepolis naar Esfahan

Redelijk vroeg opgestaan, maar het ontbijt liet nogal op zich wachten. Nog wat van het internet gebruik gemaakt, want hier kan het in ieder geval, waardoor het vertrek pas na 10 uur plaats vond. Hartelijk afscheid genomen van Arezoo en Yasser en bedankt voor hun goede diensten.
Het grootste deel ging over autosnelweg, hoewel we hier ook niet veel harder dan 90 kunnen en soms minder berg op en/of met flinke tegenwind, schoot het toch redelijk op. We konden zelfs een tukje doen tijdens een tussenstop achter een paar bomen op de heel brede middenberm. Soms is deze zo breed, dat je de rijstroken voor de andere richting nauwelijks kunt zien. Paul heeft bij een volgende stop zijn luchtfilter maar eens gewisseld, omdat het vermogen wat minder leek te worden, maar dat kan ook gewoon aan de wind gelegen hebben.
Toen de zon net achter de bergen verdween kwamen we in Esfahan aan. Deze stad bleek veel groter dan aanvankelijk gedacht en het verkeer was op dat moment heel, heel druk. Een goed half uur later kwamen we in het centrum aan, waar ons hotel zich zou moeten bevinden, tevens ontmoetingsplek met Marc. Het was intussen donker geworden. Vragen aan locals leverde aanvankelijk niet veel op, omdat de meeste geen Engels spreken en kaartlezen was ook niet hun sterke kant. Na veel pogingen Marc aan de telefoon gekregen, die het hotel al lang had gevonden, en hij zou wel langs de weg gaan staan. Helaas wilde op dat moment de motor van Otto niet meer starten. Dat leverde nog eens een half uur vertraging op, maar toen deed hij het ook weer. We stonden vlak bij het doel, dus na minder dan 1 minuut zagen we Marc al. Het is een apartement hotel met een grote woon/slaapkamer en nog een extra slaapkamer, erg luxe dus.
Daarna nog even het centrum in (5 min lopen) om een restaurant te bezoeken en vervolgens nog even over het grote Imanplein lopen. Hier kwamen we aan de praat met waterpijp rokende jongeren en hebben heel leuke gesprekken gevoerd. We zullen ze waarschijnlijk vandaag (maandag) weer ontmoeten, waarbij een van hen ook beloofd heeft om ons te helpen met het omzeilen van het irritante internetfilter in Iran. Uiteraard hebben wij ook even aan de waterpijp gelurkt en het bleek dat het eigenlijk meer een heel slap goedje was, deze keer althans.

maandag 26 september 2011

Marc, Otto en Paul gezamenlijk in Esfehan


We zijn nu in Esfahan herenigd met Marc, het ziet er naar uit dat het eindelijk goed gaat komen met zijn motor. We hebben hier met behulp van een paar zeer vriendelijke mensen een zogenaamde VPN verbinding kunnen maken zodat we niet meer door dat ergerlijke Iraanse filter worden gehinderd. Foto's opladen gaat nu ook een stuk gemakkelijker.
Eerst nog even wat berichtjes van iets eerder:

24 September, Perspolis en Shirad

Dan maar bij zonsopgang, een uur vroeger door de wintertijd, direct gaan kijken. Helaas gesloten tot 8 uur en dus alleen maar buiten het hek wat foto's kunnen maken.
Na het ontbijt dan echt naar binnen. Het is een indrukwekkend grote ruine die deels goed bewaard is gebleven omdat hij eeuwen onder het zand gelegen heeft, onzichtbaar voor kapers. Behalve het belangrijke archeologische belang is het hier ook leuk om naar de bezoekers te kijken. Dat zijn er best veel, vooral gezien het feit dat dit buiten het seizoen is. 95 % is Iraniër.
Na de middag zijn we per taxi en minibus naar Shiraz gegaan om daar een aantal bezienswaardigheden te bezoeken en om geld te wisselen, wat dringend noodzakelijk was anders konden we ons hotel niet betalen. Voordat we goed en wel op zoek waren werden we benaderd door een locale jongeman van 27 jaar die ons wel door de stad wilde leiden.
Hij heeft ons naar een Koraanschool gebracht, vanwaar je vanaf het dak mooi een overzicht over de stad hebt en naar een zogenaamde "Shrine" een indoor begraafplaats voor de welgestelden, altijd voorzien van mooie versieringen en een koepel. Hier moesten we ook een donatie doen voor het goede doel, maar dit keer was het niet al te zeker of de jonge man misschien niet zelf het goede doel was.
Vlak voor het instappen in de minibus kregen we een telefoontje van Marc, die kon melden dat zijn motor zeker 300 km succesvol had afgelegd en was aangekomen in Yazd. Dat houdt in dat hij, wanneer alles goed gaat, morgen in het zelfde hotel in Esfahan kan aankomen als wij. Dat zou wat zijn.

26 september van Persepolis naar Esfahan

Redelijk vroeg opgestaan, maar het ontbijt liet nogal op zich wachten. Nog wat van het internet gebruik gemaakt, want hier kan het in ieder geval, waardoor het vertrek pas na 10 uur plaats vond. Hartelijk afscheid genomen van Arezoo en Yasser en bedankt voor hun goede diensten.
Het grootste deel ging over autosnelweg, hoewel we hier ook niet veel harder dan 90 kunnen en soms minder berg op en/of met flinke tegenwind, schoot het toch redelijk op. We konden zelfs een tukje doen tijdens een tussenstop achter een paar bomen op de heel brede middenberm. Soms is deze zo breed, dat je de rijstroken voor de andere richting nauwelijks kunt zien. Paul heeft bij een volgende stop zijn luchtfilter maar eens gewisseld, omdat het vermogen wat minder leek te worden, maar dat kan ook gewoon aan de wind gelegen hebben.
Toen de zon net achter de bergen verdween kwamen we in Esfahan aan. Deze stad bleek veel groter dan aanvankelijk gedacht en het verkeer was op dat moment heel, heel druk. Een goed half uur later kwamen we in het centrum aan, waar ons hotel zich zou moeten bevinden, tevens ontmoetingsplek met Marc. Het was intussen donker geworden. Vragen aan locals leverde aanvankelijk niet veel op, omdat de meeste geen Engels spreken en kaartlezen was ook niet hun sterke kant. Na veel pogingen Marc aan de telefoon gekregen, die het hotel al lang had gevonden, en hij zou wel langs de weg gaan staan. Helaas wilde op dat moment de motor van Otto niet meer starten. Dat leverde nog eens een half uur vertraging op, maar toen deed hij het ook weer. We stonden vlak bij het doel, dus na minder dan 1 minuut zagen we Marc al. Het is een apartement hotel met een grote woon/slaapkamer en nog een extra slaapkamer, erg luxe dus.
Daarna nog even het centrum in (5 min lopen) om een restaurant te bezoeken en vervolgens nog even over het grote Imanplein lopen. Hier kwamen we aan de praat met waterpijp rokende jongeren en hebben heel leuke gesprekken gevoerd. We zullen ze waarschijnlijk vandaag (maandag) weer ontmoeten, waarbij een van hen ook beloofd heeft om ons te helpen met het omzeilen van het irritante internetfilter in Iran. Uiteraard hebben wij ook even aan de waterpijp gelurkt en het bleek dat het eigenlijk meer een heel slap goedje was, deze keer althans.

zaterdag 24 september 2011

van Kerman naar Presepolis Otto en Paul

van Kerman naar Persepolis

21 september Bazaar van Kerman en slapen in de woestijn

Geslapen in het twee kamer guest house van meneer Jalal, die dus ook goed Duits spreekt
Otto heeft bij hem allerlei infomatie ingewonnen over de zogenaamde "Kaluts" de uit zandsteen gevormde "zandkastelen" die slechts in een klein deel van de Shahdad woestijn voorkomen, de rest van deze woestijn is zo goed als helemaal vlak. Ook konden we daar slapen al was het niet helemaal duidelijk waaruit het "kamp" dat meneer Jalal bedoelde inhield. In ieder geval zou een nacht in de woestijn een fantastisch zichtbare sterrenhemel moeten opleveren. De vorige dag hadden we al kennis gemaakt met Fabienne en Celine, twee Zwitserse (frans) dames die ook in de woestij wilden slapen, zij regelden dat geheel verzorgd bij mr. Jalal;.
' smorgens daarna eerst maar eens naar het Toeristen Informatie bureau van Kerman, dat is toch heel iets anders dan wij gewend zijn. We werden uitgenodigd in een kantoorruimte en kregen eerst mondeling veel meer info dan waarom we vroegen. Pas later kwamen ze met wat folders, die voor ons nuttige informatie bevatten. Het touristen bureau was helemaal buiten de stad, zodat we daar maar eerst met een motor naar toe zijn gereden.
Vervolgens de "Bazar" van Kerman bezocht, een kilometers lange overdekte galerij, bedekt met lemen koepels, waar je van alles kunt kopen, maar voornamelijk spullen die je bij ons op rommelmarkten ook kunt vinden. Hoogtepunt van deze bazaar is duidelijk het restaurant/theehuis dat is gevestigd in een voormalig badhuis. Lekker eten en thee achteraf met muziek van een bandje.
Vervolgens zijn we op weg gegaan naar de Kaluts, toch nog 160 km verder. De weg er naar toe leidt over een fraaie bergpas van 2650 hoogte (Kerman ligt op 1750) met een zeer goede weg. Meneer Jalal vertelde dat deze weg zo goed is omdat ze er speciaal asfalt voor moeten gebruiken, omdat het zo heet kan worden. Uiteindelijk pas net na zonsondergang aangekomen bij de Kaluts op ongeveer 300 m hoogte, net te laat natuurlijk, want bij ondergaande zon ziet het er het mooiste uit. Wij op zoek naar het "kamp" maar konden niets vinden, en het werd intussen al donker. Dan maar op de beschreven plek een karrespoor de woestijn in gevolgd, dat bleek het verkeerde spoor te zijn, om de beurt bleven we steken in het diepe zand. Later aanwijzingen gekregen van vriendelijke Iraniërs die ons brachten naar het goed georganiseerde "Desert Camp" , een plek waar we eigenlijk niet heen wilden, omdat er altijd licht is. Daar aangekomen en ingetrokken in een rieten koepeltje, bleek dat onze Zwitserse dames er ook waren. Samen met hun gids dan nog een wandeling gemaakt om uit het licht van de felle lantaarns te komen om de sterren te bekijken. Uiteindelijk hebben we wat zand naar ons lichaam gevormd en een handdoek of een slaapzak er op en dan gaan slapen. Het bleek 's nachts toch nog redelijk fris te kunnen worden op de "heetste plek op deze planeet" (helaas hebben we geen foto van dat bordje). Paul had een slaapzak en Otto lag uiteindelijk met zijn complete regenpak aan te slapen.

22 september van de Kaluts naar Shad-e-Babak

Zodra het weer licht werd, om 5 uur plaatslijke tijd, eruit en nog wat bananen en meloen verorberd, om vervolgens weer terug te gaan naar de Kaluts (25 km) om toch nog met een goede belichting te kijken en foto's te maken. Hier kregen we ook een telefoontje van Marc uit Bam, die ook logeerde bij Akbar Guesthouse. Zijn oliepomp was goed gebleven, maar toch was zijn Big-End lager weer kapot. Oorzaak nog niet bekend. Met behulp van meneer Akbar gaat hij dan toch weer een garage opzoeken om het lager nog een keer te vervangen. Onderdelen zijn nog genoeg op voorrad, het zal echter zeker weer 2 dagen gaan duren. Extra probleempje is dat de vrijdag rustdag is voor Moslims.
Na een uitgebreide foto reportage zijn we vertrokken richting Shahr-e-Babak, waarvoor we eerst weer terug moesten naar Kerman over de 2650 m pas. Vervolgens zeker 150 km saaie autobaan, maar dat schiet wel mooi op. Uiteindelijk moesten we weer een bergketen over, die ook een prima weg had en prachtige uitzichten. Een klein dompertje was dat we door een (lege) vrachtwagen werden ingehaald op een stijgend stuk van tussen de 5 en 8 %. Om ongeveer half zes aangekomen en bij de eerste vraag bleken we vlak naast een goed hotel te staan, met een baas die geen Engels spreekt, maar wel zijn uiterste best doet om het ons naar de zin te maken.
Vlakbij moet ook een internetcafé zijn, het zal ons benieuwen of we daar ook foto's kunnen opladen.

23 september aankomst in Persepolis

Het internetcafé in Shahr-e-Babak hebben we niet meer kunnen bereiken. We zitten nu in een zeer luxe hotel direct grenzend aan het antieke Persepolis, de hoofdstad van Persië tijdens de heerschappij van Darius. Dit hotel heeft WiFi. We hebben een goede rit gehad langs veel snelweg, maar ook leuke uitzichten. We zitten nog steeds in het woestijngebied en het is hier ook kurkdroog.
Het netwerk springt voortdurend aan en uit, dus nu even kort en snel opladen.

zondag 18 september 2011

van Quetta naar Bam (Iran) in 3 dagen

15 september
Paul en Otto vertrekken weer nadat Paul is opgeknapt van een buikgriep, wat heeft 2 dagen vertraging opgeleverd, maar daardoor kon Otto Marc beter wegwijs maken in Quetta terwijl Paul de hele dag in bed lag. De dag erna kon Paul ook weer op bescheiden schaal mee de stad in.
Omdat voor Pakistani tijd een begrip van ondergeschikt belang lijkt te zijn, kwam het ontbijt voor ons vertrek pas na flink aandringen een uur later dan afgesproken. Niet echt op tijd vertrokken dus. Onder de gebruikelijke politie-escorte Quetta verlaten, die aanvankelijk weer veel te langzaam voor ons doen reden. Wanneer we de (meestal) Toyota Pick-up dan inhaalden of dreigden in te halen ging het vaak weer wat vlotter totdat een nieuwe ploeg kwam natuurlijk, dan moet het ritueel weer van voren af aan beginnen. Soms kwam er helemaal geen aflossing en dan was het "dus" ineens veilig genoeg om ons alleen te laten rijden, wat dan een grote opluchting was. In het begin was er nog wat begroeiing langs de weg, maar naarmate we verder van Quetta af kwamen hoe minder groen en hoe meer zand. Halverwege Dalbandin was er eigenlijk alleen nog maar woestijn om ons heen. Er was redelijk wat wind die vooral van voren en opzij kwam, maar deze was nog niet echt hinderlijk.
Vlak voor Dalbandin kregen we weer escorte en die bracht ons naar later bleek het enige hotel daar (Al-Dawood). De prijs van 700 rupie (€ 6,-) per nacht voor een tweepersoons kamer leek redelijk, hoewel 500 rupie op elke muur aangekondigd werd. Dit was de oude prijs zei de eigenaar en liet zien dat iedereen de laatste maand 700 rp had betaald.
Een breuk in Paul's bagagerek dat de vrij slechte constructie en de vele gaten in de weg niet had stand gehouden werd echter gratis gelast. Ook het geld in de handen drukken van de vriendelijke lasser resulteerde in een afwijzend gebaar, zo kan het dus ook.
Otto had intussen ook last gekregen van buikgriep en moest het avondeten overslaan. Paul had voor zich alleen veel te veel besteld en werd met 800 rp waarschijnlijk flink afgezet voor het eten. We hadden het document van "it's on the meter" ook eerst moeten lezen, waarin vermeld werd dat je hier eerst over de prijs van het eten moest onderhandelen. Benzine wordt hier uit jerrycans verkocht voor een prijs van ongeveer 20% meer dan normaal, PIN automaten bestaan niet en geld kun je niet wisselen bij de banken. Wij hebben wat bij de plaatselijke apotheek kunnen wisselen tegen een behoorlijk slechte koers. Kortom Dalbandin is een kleine plaats midden in een woestijn, waarvan we ons afvroegen wie daar in godsnaam gaat wonen.
16 september van Dalbandin naar Taftan.
Otto herstelt snel na wat medicijnen van de buikgriep. Paul haalt een voorraad bananen samen met een agent, zodat we niet van de service van het hotel afhankelijk zijn voor het ontbijt. We vertrekken niet al te vroeg en hebben nu escorte van een "Levies" groep, weer een ander soort politie waarschijnlijk. Deze soort weet goed tempo te houden, soms reden ze zelfs zo snel dat we moeite hadden om ze bij te houden. Dit was de dag van de woestijnen en zandstormen. De wind van zeker 7 Bft stond ongeveer 45 graden tegen en van rechts. Het herinnerde mij aan een oud- en nieuw tocht naar Texel maar dan met zand en hitte in plaats van regen en kou destijds. Kortom het was een barre tocht waarbij we één keer een omweg door een stukje woestijn moesten maken omdat de zandduin op de weg te groot was. Toch konden we een gemiddelde van ongeveer 60 km/h realiseren.
Een quote uit de "Loney Planet" over Iran zegt het volgende:
'Drivers between Turkey and India often describe the trip between Zahedan and Quetta, across the vast Baluchestan desert, as the worst leg of their journey. The road from Quetta to the Iranian border is barren and lonely, with few facilities and a risk of bandits; consider driving in convoy once on the Pakistan side' (2008).
Misschien is het voor Marc een goed idee, om met motor en al per trein dit stuk af te leggen, ook al verkeert de motor in goede staat. Er ligt een naar Pakistaanse begrippen een goed spoorwegtraject langs de weg, al hebben we de hele dag geen trein gezien. Dit is ook voor onze begrippen geen traject waar je graag met pech langs de weg blijft staan, ook al omdat er heel weinig verkeer over heen rijdt.
We kwamen om ongeveer ongeveer om 5 uur bij de grens, wat een uur te laat was, want deze sluit om 4 uur. We werden verwezen naar het "Custom House" want daar zou je kunnen overnachten.
Daar aangekomen werden we naar een bank verwezen om te gaan zitten en vervolgens een uur lang volkomen genegeerd ook al probeerde je een amtenaar zo ver te krijgen om te vertellen of er misschien iemand iets voor je aan het doen was. We wilden de Carnets des PassageS voor uitvoer uit Pakistan vast in orde maken, en dat zou hier moeten kunnen.
Na een uur kwam een heel erg vriendelijke oudere man (die met een beetje fantasie wel op Henk Schreij leek) vragen hoe het met ons ging en we vertelden dat we al ongeveer 2 uur aan het wachten waren op wat dan ook. Het bleek de baas van het spul te zijn en hij reageerde best verontwaardigd. Het duurde echter nog ruim een kwartier voordat de juiste ambtenaar ons te woord kon staan en weer een kwartier later waren de documenten voor de motoren in orde.
De vriendelijke man zei ook dat het te onveilig was om in Taftan "city" te overnachten en dat we wel in het Custom House konden blijven slapen, op een bank in de hal weliswaar omdat de enige kamer met bedden al bezet was. Hij kon ons nog weel een maaltijd aanbieden.
Terwijl Otto al ligt te slapen is Paul bezig dit bericht (off line) te typen in deze hal aan één van de amtenaren tafeltjes. Later moet dit maar worden ge-upload, want internet is hier natuurlijk niet. Misschien kan het nog wel enkele dagen duren voordat we dit en de foto's kunnen publiceren.
tips voor Marc:
regel het CdP bij het Custom House aan de Pakistaanse kant, dit kan ook na 16:00 uur
Haal benzine in Taftan bij jongens met jerrycans, maar spreek van te voren goed een prijs af (100 rp/l is hier redelijk)
Wissel de Euro's en roepies bij de grens en niet bij Custom House, 17000 rial/euro is maximaal 1650 is ook aanvaardbaar
In Zahedan zij de benzinepompen moeilijk te vinden. (7000 rial/liter). Geld wisselen is hier erg lastig.
Je kunt slapen en eten in het Custum House in Taftan, misschien kan dat ook aan de Iranse kant.
Wanneer je 's morgens over de grens gaat, zorg dan dat je ruim voor 8 uur bent, want er staan lange rijen.
Benzinebonnen zijn de korting van max 300 rial/liter niet de moeite waard.
17 september van de Taftan - Iranse grens - naar Bam.
We waren om ongeveer 8:30 bij de grens, en ontwaarden daar lange rijen met Pakistaanse voetgangers die de grens over wilden, er waren echter slechts weinig voertuigen. Gelukkig mochten we de lange rij voorbij voor de paspoortcontrole, maar eenmaal binnen in het kantoor duurde het toch nog minstens 1 uur voordat we weer verder konden. Vervolgens werden we naar de Iranse kant gedirigeerd, waar de procedure ook weer minstens een uur in beslag nam inclusief de Carnet de Passages behandeling. Hier wistens ze gelukkig exact wat ze hier mee moesten. Toen alles eindelijk klaar was hebben ze waarschijnlijk vergeten om onze bagage door de X-ray te halen, want alle anderen moesten dat wel, gelukkig maar. We kregen een begeleider naar Zahedan, maar deze moest wel achterop bij Otto. Ze konden ons overtuigen dat de wegen erg goed waren en dat bleek ook waar te zijn, dus een extra gewicht kon wel. Bovendien was het dit keer een licht knaapje die niet of in ieder geval niet zichtbaar bewapend was.
We kwamen aan in Zahedan bij een politiepost midden in de stad (een stad die echt westers aandeed) en moesten weer gegevens laten invullen en wachten tot er weer een escorte aankwam, natuurllijk duurde dat weer veel langer dan ons lief was. Toen de escorte er eenmaal was moest Paul voor de start zijn zonnebril nog even goed opzetten en dan
konden we weg. Toen we weer keken, was de escorte echter niet meer te vinden, dus zijn we maar alleen verder gegaan om eerst benzine te tanken en dan geld te wisselen. De goede instanties waren echter moeilijk te vinden, dus hiermee waren we ook minsten weer een uur verder.
Uiteindelijk om een uur of 2 vertrokken uit Zahedan richting Bam, 300 km verder, dat we wel zouden moeten halen, omdat er tussenin eigenlijk niets is.
De wegen zijn hier echter erg goed, en met de escortes zo nu en dan viel het ook ontzettend mee. De 50 km dat ze voor ons reden, konden we nog steeds ruim 90 km/h halen.
Bam bereikt net voor donker en met behulp van Otto's Garmin konden we vrij vlot Akbar Guesthouse bereiken. Binnen no time kwamen we er achter dat de baas hiervan wel tot de top-10 van meest sympathiek mensen gerekend kan worden die we op deze reis ontmoet hebben. Bovendien sprak hij zo goed Engels dat we dachten dat hij niet origineel Irans was, dat was echter een foute gedachte. De rest van de Iranezen spreekt nauwelijks Engels, alleen de hoog opgeleiden. We kregen thee en knapten weer behoorlijk op van de toch wel erg vermoeiende reis. Vervolgens kwam er rijst met een soort Goulash van een afhaalgelegenheid op tafel, erg smakelijk.
De huizen hier hebben allemaal een staalskelet met diagonalen om ze beter aardbevingproof te maken. De aardbeving is hier nog steeds een moeilijk onderwerp, de baas van Akbar Guesthouse wilder er niet veel over kwijt, hij had vele vrienden en bekenden verloren.